ECLI:NL:GHDHA:2013:BZ0402

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
5 februari 2013
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.069.560-01
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Grensgeschil na ruilverkaveling en overeenstemming in descente/comparitie

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Den Haag diende, betreft het een grensgeschil na een ruilverkaveling. De appellant, vertegenwoordigd door mr. W.M. Bijloo, en het Waterschap Hollandse Delta, vertegenwoordigd door mr. P. van den Berg, zijn betrokken bij een geschil over de vraag of er overeenstemming is bereikt tijdens een eerdere comparitie. Het hof had op 10 april 2012 een tussenarrest gewezen en verwees naar het procesverloop tot dat moment. Op 4 september 2012 vond een plaatsopneming en comparitie plaats, maar deze werd geschorst om partijen de kans te geven een minnelijke schikking te bereiken. De zitting werd niet voortgezet, en het Waterschap diende een akte in met producties, terwijl de appellant een akte uitlating producties en wijziging van eis indiende.

Het hof oordeelt dat er onduidelijkheid bestaat over de vraag of er overeenstemming is bereikt. De appellant stelt dat er wel degelijk overeenstemming is en biedt aan getuigen te horen ter ondersteuning van zijn standpunt. Het Waterschap daarentegen is van mening dat er geen overeenstemming is. Het hof besluit om de comparitie voort te zetten in het Paleis van Justitie te Den Haag, met als doel te onderzoeken of er alsnog overeenstemming kan worden bereikt. Tevens zal het hof het vervolg van de procedure bespreken, inclusief eventuele getuigenverhoren en de mogelijkheid van het benoemen van een deskundige om de grens tussen de percelen te bepalen.

De beslissing van het hof omvat het bevel tot voortzetting van de comparitie, waarbij de appellant en de dijkgraaf van het Waterschap in persoon moeten verschijnen. Het hof houdt verdere beslissingen aan totdat de comparitie heeft plaatsgevonden. Dit arrest is uitgesproken op 5 februari 2013 in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG
Afdeling Civiel recht
Zaaknummer : 200.069.560/01
Zaaknummer rechtbank : 329274
Arrest d.d. 5 februari 2013
inzake
[Appellant],
wonende te [Woonplaats], gemeente [...],
appellant,
hierna te noemen: [appellant],
advocaat: mr. W.M. Bijloo te Middelharnis,
tegen
Waterschap Hollandse Delta,
zetelend te Ridderkerk,
geïntimeerde,
hierna te noemen: het Waterschap,
advocaat: mr. P. van den Berg te Middelburg.
Het vervolg van het geding
Het hof heeft in deze zaak op 10 april 2012 een (tweede) tussenarrest gewezen. Voor het procesverloop tot die datum verwijst het daarnaar. Op 4 september 2012 hebben de in dat arrest bevolen plaatsopneming en comparitie een aanvang genomen. Op verzoek van partijen is de zitting geschorst, teneinde partijen in de gelegenheid te stellen een minnelijke schikking te bereiken. Van de zitting is proces-verbaal opgemaakt. De zitting is niet voortgezet. Het Waterschap heeft vervolgens een akte overlegging producties genomen (met producties). [appellant] heeft eerst een akte genomen en vervolgens een akte uitlating producties, tevens wijziging van eis. Ten slotte is wederom arrest gevraagd.
Verdere beoordeling
1. Het hof blijft bij hetgeen het in zijn eerdere arresten heeft overwogen en beslist.
2. Uit de overgelegde aktes blijkt het volgende. Het Waterschap is van mening dat tussen partijen geen overeenstemming is bereikt. [appellant] daarentegen meent dat wel degelijk overeenstemming is bereikt. Hij heeft gespecificeerd waaruit die overeenstemming bestaat en biedt aan door het horen van getuigen te bewijzen dat dat het geval is. In het verlengde daarvan heeft hij zijn eis aldus gewijzigd dat hij in reconventie thans primair vordert dat het hof het Waterschap zal veroordelen de gesloten overeenkomst na te komen. Het Waterschap vraagt daarentegen eindarrest.
3. De bovengenoemde omstandigheden geven het hof aanleiding voortzetting van de comparitie te bevelen, en wel in het Paleis van Justitie te Den Haag. De voortzetting zal in de eerste plaats dienen om na te gaan of tussen partijen overeenstemming is of alsnog kan worden bereikt, en voorts om, als dat niet het geval is, het vervolg van de procedure met partijen te bespreken (onder meer inzake eventuele getuigenverhoren en over de noodzaak tot en mogelijkheid van het benoemen van een deskundige om alsnog op grond van de bij de akte van toedeling behorende kavelkaart de ligging van de grens tussen beider percelen te bepalen). In het bijzonder met het oog op het mogelijk bereiken van overeenstemming acht het hof het noodzakelijk dat de dijkgraaf van het Waterschap in persoon ter comparitie aanwezig is.
4. Het hof houdt elke verdere beslissing aan.
Beslissing
Het hof:
- beveelt voortzetting van de bij arrest van 10 april 2012 bevolen comparitie;
- beveelt [appellant] in persoon en het Waterschap vertegenwoordigd door zijn dijkgraaf, vergezeld van hun raadslieden, voor het verstrekken van inlichtingen en het beproeven van een minnelijke regeling voor het hof te verschijnen in één der zalen van het Paleis van Justitie, Prins Clauslaan 60 te Den Haag, op 26 maart 2013 om 14:00 uur;
- bepaalt dat, indien één der partijen binnen veertien dagen na heden, onder gelijktijdige opgave van de verhinderdata van alle betrokkenen in de maanden april, mei en juni van 2013, opgeeft dan verhinderd te zijn, het hof (in beginsel eenmalig) een nadere datum en tijdstip voor de comparitie zal vaststellen;
- verstaat dat het hof reeds beschikt over een kopie van de volledige procesdossiers in eerste aanleg en in hoger beroep, inclusief producties, zodat overlegging daarvan voor de comparitie niet nodig is;
- houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. S.A. Boele, A.V. van den Berg en J.C.N.B. Kaal en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 5 februari 2013 in aanwezigheid van de griffier.