ECLI:NL:GHDHA:2013:BY8792

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
18 januari 2013
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
22-004636-11
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in zaak betreffende de aankoop van beschermde inheemse dieren

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 18 januari 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische kamer van de rechtbank Rotterdam. De verdachte was beschuldigd van het kopen en/of verwerven van twee beschermde inheemse dieren, te weten een oehoe en een sperwer, in de periode van 22 maart 2007 tot en met 12 juli 2007. De tenlastelegging omvatte verschillende handelingen, waaronder het verkopen, vervoeren en gebruiken van deze dieren voor commercieel gewin. De advocaat-generaal had gevorderd dat het vonnis van de rechtbank zou worden vernietigd en dat de verdachte vrijgesproken zou worden.

Tijdens de zittingen heeft het hof het bewijs en de argumenten van beide partijen zorgvuldig overwogen. Het hof kwam tot de conclusie dat er niet wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte de ten laste gelegde feiten had gepleegd. De verdachte werd in eerste aanleg veroordeeld tot een geldboete van € 2.000,-, subsidiair 30 dagen hechtenis, maar het hof oordeelde dat het vonnis waarvan beroep niet in stand kon blijven.

Uiteindelijk heeft het hof besloten om de verdachte vrij te spreken van alle ten laste gelegde feiten, omdat het bewijs tekortschiet. Dit arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof, waarbij de rechters Borgesius, Dulek-Schermers en Van der Ham aanwezig waren, en griffier Meekenkamp de zitting bijwoonde.

Uitspraak

Rolnummer: 22-004636-11
Parketnummer: 10-994538-09
Datum uitspraak: 18 januari 2013
TEGENSPRAAK
Gerechtshof Den Haag
economische kamer
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de economische kamer van de rechtbank Rotterdam van
20 september 2011 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte[,
geboren te [geboorteplaats op [geboortedatum],
adres: [adres],
thans uit anderen hoofde gedetineerd in de penitentiaire inrichting [penitentiaire inrichting].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 4 januari 2013.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het ten laste gelegde zal worden vrijgesproken.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1 en 2 ten laste gelegde veroordeeld tot een geldboete van € 2.000,-, subsidiair 30 dagen hechtenis.
De verdachte heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1:
hij,
op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 22 maart 2007 tot en met 12 juli 2007, te [plaats],
tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
al dan niet opzettelijk,
een dier, behorende tot een beschermde inheemse diersoort,
als bedoeld in artikel 1 juncto artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van de Flora- en faunawet en opgenomen in bijlage 2 van de Bekendmaking lijsten beschermde inheemse diersoorten, te weten
een oehoe (Bubo bubo) (met pootring nummer 8 CT 97 Z),
heeft gekocht en/of heeft verworven en/of ten verkoop voorhanden heeft gehad en/of in voorraad heeft gehad en/of heeft verkocht en/of ten verkoop heeft aangeboden en/of heeft vervoerd en/of heeft afgeleverd en/of heeft gebruikt voor commercieel gewin en/of buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht en/of onder zich heeft gehad;
2:
hij,
op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 19 maart 2007 tot en met 23 maart 2007, te [plaats],
tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
al dan niet opzettelijk,
een dier, behorende tot een beschermde inheemse diersoort,
als bedoeld in artikel 1 juncto artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van de Flora- en faunawet en opgenomen in bijlage 2 van de Bekendmaking lijsten beschermde inheemse diersoorten, te weten
een sperwer (met pootring nummer 12 Falco Ireland 06 P),
heeft gekocht en/of heeft verworven en/of ten verkoop voorhanden heeft gehad en/of in voorraad heeft gehad en/of heeft verkocht en/of ten verkoop heeft aangeboden en/of heeft vervoerd en/of heeft afgeleverd en/of heeft gebruikt voor commercieel gewin en/of buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht en/of onder zich heeft gehad.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraak
Naar het oordeel van het hof is - overeenkomstig de vordering van de advocaat-generaal - niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 en 2 is ten laste gelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
BESLISSING
Het hof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door mr. J. Borgesius,
mr. G. Dulek-Schermers en mr. M.A. van der Ham, in bijzijn van de griffier mr. L.E.M. Meekenkamp.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 18 januari 2013.
Mrs. Van der Ham en Meekenkamp zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.