Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
9 (negen) maanden.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 13 juni 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam. De verdachte, geboren in 1962, werd beschuldigd van het plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarige, die aan zijn zorg was toevertrouwd. De tenlastelegging omvatte twee punten, waarbij het eerste betrekking had op handelingen met een minderjarige onder de zestien jaar, en het tweede op ontucht gepleegd met een cliënt in de zorg. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van negen maanden, met een proeftijd van twee jaar, en heeft de eerdere veroordeling van de rechtbank vernietigd. Het hof verwierp het verweer van de raadsvrouw dat de handelingen geen ontuchtig karakter hadden. De verdachte had in de periode van 1 januari 2012 tot en met 13 februari 2012 meermalen ontuchtige handelingen gepleegd met het slachtoffer, een autistische jongen van dertien jaar, tijdens activiteiten zoals zwemmen. De verdachte erkende dat zijn gedrag grensoverschrijdend was, maar betoogde dat zijn handelingen functioneel waren in het kader van zorg. Het hof oordeelde dat de handelingen in strijd waren met de sociaal-ethische norm en dat de verdachte zich niet had gerealiseerd welke gevolgen zijn gedrag had voor het kwetsbare slachtoffer. De straf werd gemotiveerd door de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer, maar ook door de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die zijn werk en pleegkinderen had verloren. Het hof besloot tot een voorwaardelijke straf, rekening houdend met de gevolgen voor de verdachte en zijn gezin.