ECLI:NL:GHDHA:2013:5258
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- M. Labohm
- A. Stollenwerck
- J. van Veen
- Rechtspraak.nl
Verdeling huwelijkse goederen en kinderalimentatie in hoger beroep
In deze zaak gaat het om de verdeling van huwelijkse goederen en de kinderalimentatie in het kader van een echtscheiding. De man heeft hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Rotterdam, waarin onder andere de echtscheiding is uitgesproken en de voorlopige zorgregeling voor de minderjarige is vastgesteld. De man verzoekt het hof om de bestreden beschikking te vernietigen en de helft van de schuld betreffende de woning aan de vrouw toe te delen, of dat de vrouw een bedrag van € 2.121,- aan hem betaalt. Daarnaast vraagt hij om geen bijdrage te hoeven betalen voor de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige.
De vrouw verzet zich tegen de verzoeken van de man en vraagt om afwijzing van zijn beroep. Tijdens de zitting heeft de man zijn verzoek gewijzigd, maar het hof oordeelt dat deze wijziging niet van belang is voor de beoordeling van de grieven. Het hof stelt vast dat de man niet heeft aangetoond dat de woning met een lening is gefinancierd en dat de vrouw de stellingen van de man gemotiveerd heeft weersproken.
Wat betreft de kinderalimentatie is het hof van oordeel dat de man onvoldoende draagkracht heeft om de eerder vastgestelde bijdrage van € 180,- per maand te voldoen. Het hof komt tot de conclusie dat de man met ingang van 18 maart 2013 een bijdrage van € 75,- per maand kan betalen, en met ingang van 1 februari 2014 kan hij weer de eerder vastgestelde bijdrage van € 180,- per maand voldoen. Het hof vernietigt de bestreden beschikking ten aanzien van de kinderalimentatie en bepaalt de nieuwe bedragen. De zorgregeling wordt niet verder besproken, aangezien de man heeft verklaard dat zijn grief hierover kan worden ingetrokken.