ECLI:NL:GHDHA:2013:5123

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
25 juli 2013
Publicatiedatum
7 februari 2014
Zaaknummer
22-000134-13
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot woninginbraak en diefstal met geweld in een woning met zwaar lichamelijk letsel als gevolg

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 25 juli 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de verdachte, die zich samen met een ander schuldig heeft gemaakt aan een poging tot woninginbraak en aan een diefstal met geweld en bedreiging met geweld in een woning. De feiten vonden plaats op 3 februari 2012 en 11 december 2011, waarbij het slachtoffer in zijn eigen woning werd aangevallen met een breekijzer, wat resulteerde in zwaar lichamelijk letsel, waaronder een schedelbreuk.

De verdachte werd in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaren en zes maanden, maar de advocaat-generaal vorderde in hoger beroep een zwaardere straf. Het hof heeft de eerdere veroordeling vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaren en zes maanden. Het hof heeft daarbij de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers in overweging genomen, evenals de eerdere veroordelingen van de verdachte voor soortgelijke feiten.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte, vanuit de penitentiaire inrichting, heeft geprobeerd de verklaringsvrijheid van een getuige te beïnvloeden, wat de waarheidsvinding in de zaak heeft bemoeilijkt. De verdachte heeft zijn (ex-)vriendin bedreigd en onder druk gezet om haar verklaring in te trekken, wat heeft geleid tot gevoelens van angst bij haar.

De uitspraak van het hof benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de gevolgen voor de slachtoffers, en bevestigt de noodzaak van een stevige straf om de samenleving te beschermen tegen dergelijke gewelddadige misdrijven. Het hof heeft de strafmotivering van de rechtbank grotendeels overgenomen, maar heeft de strafduur verhoogd in lijn met de oriëntatiepunten voor straftoemeting.

Uitspraak

Rolnummer: 22-000134-13
Parketnummers: 09-900163-12 en 09-655342-12
Datum uitspraak: 25 juli 2013
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meerv[benadeelde partij 2]ige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage van 21 december 2012 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortejaar] 1980,
thans gedetineerd in de penitentiaire inrichting Noord Holland Noord, Unit Zuyder Bos te Heerhugowaard.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 11 juli 2013.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, dat de verdachte in de zaak met parketnummer 09-900163-12 van het onder 4 en 5 ten laste gelegde zal worden vrijgesproken en dat de verdachte in de zaak met parketnummer 09-900163-12 ter zake van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde, alsmede in de zaak met parketnummer 09-655342-12 ter zake van het primair ten laste gelegde, zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes jaren, met aftrek van voorarrest. Voorts heeft de advocaat-generaal medegedeeld dat zij zich omtrent de vordering van de benadeelde partij en het beslag kan vinden in de beslissing van de rechtbank zoals nader omschreven in het vonnis waarvan beroep.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte van het in de zaak met parketnummer 09-900163-12 onder 3, 4 en 5 ten laste gelegde vrijgesproken en ter zake van het in de zaak met parketnummer 09-900163-12 onder 1 en 2 ten laste gelegde, alsmede ter zake van het in de zaak met parketnummer 09-655342-12 primair ten laste gelegde, veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren en zes maanden, met aftrek van voorarrest. Voorts is beslist omtrent de vordering van de benadeelde partij en het beslag als nader omschreven in het vonnis waarvan beroep.
Namens de verdachte en door de officier van justitie is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
Zaak met parketnummer 09-900163-12:
1:
hij op of omstreeks 03 februari 2012 te Kwintsheul, gemeente Westland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres]) weg te nemen geld en/of goederen van zijn/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot die woning te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of goederen onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen heeft/hebben getracht het keukenraam en/of de achterdeur van die woning te forceren, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2:
hij op of omstreeks 11 december 2011 te Naaldwijk, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen uit een woning (gelegen aan het [adres])
- een televisie en/of
- een fotocamera en/of
- sieraden en/of
- een muntenverzameling en/of
- mobiele telefoons en/of
- een portemonnee,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde partij 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het
- meermalen, althans éénmaal, op en/of tegen het hoofd en/of been en/of het lichaam van die [benadeelde partij 2] slaan met een koevoet, althans een zwaar en/of hard voorwerp en/of
- aan die [benadeelde partij 2] dreigend de woorden toevoegen "Nu blijf je vijf minuten rustig liggen, anders schiet ik je echt door je kop", althans woorden van gelijke dreigende strekking en/of aard, en/of het (daarbij) plaatsen van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op en/of tegen en/of in het oor van die [benadeelde partij 2], ten gevolge waarvan die [benadeelde partij 2] zwaar lichamelijk letsel, te weten een schedelbasisfractuur, althans een breuk in de schedel en/of bijholtes heeft bekomen;
3:
hij op of omstreeks 09 december 2011 te 's-Gravenzande en/of Naaldwijk, (beide) gemeente Westland, opzettelijk een persoon (te weten [benadeelde partij 3]), meermalen, althans éénmaal, in het gezicht heeft geslagen en/of gestompt, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
4:
hij op of omstreeks 14 februari 2012 te 's-Gravenhage met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid brandstof (met een totale waarde van 71,06 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Texaco, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
5:
hij in de periode van 14 november 2011 tot en met 23 januari 2012 te Naaldwijk, gemeente Westland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen twee, althans één of meer, kentekenpla(a)t(en) (voorzien van nummer [KENTEKENNUMMER]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 4] en/of uitzendbureau Watch Out bv, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Zaak met parketnummer 09-655342-12:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 26 februari 2012 tot en met 18 juni 2012 te Naaldwijk (gemeente Westland) en/of Zoetermeer en/of elders in Nederland opzettelijk mondeling zich jegens [benadeelde partij 5] heeft geuit, kennelijk om haar verklaringsvrijheid om naar waarheid of geweten ten overstaan van een rechter of ambtenaar een verklaring af te leggen te beïnvloeden, terwijl hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat die verklaring (en) zouden worden afgelegd, immers heeft verdachte die [benadeelde partij 5]
-meermalen, althans eenmaal, (telefonisch) gezegd dat ze haar verklaring moest intrekken en/of dat ze tegen de politie moest zeggen dat ze alles had verzonnen en/of uit haar duim had gezogen en/of had gelogen en/of dat vrienden van hem, verdachte, en niet hij, verdachte, de overval hebben gepleegd, en/of
-(telefonisch)(dreigend) gezegd dat ze niet moest denken dat ze uit de problemen was en/of dat ze haar borst moest natmaken en/of
-(telefonisch) gevraagd of ze nu haar zin had en/of gezegd dat ze de rest van haar leven achterom moest kijken en/of
-(telefonisch) gevraagd of ze een verklaring wil afleggen dat het een ongelukje was waarbij Samantha een gat in haar hoofd heeft gekregen en dat zij hem, verdachte, had uitgelokt;
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 26 februari 2012 tot en met 18 juni 2012 te Zoetermeer, [benadeelde partij 5] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [benadeelde partij 5] dreigend de woorden toegevoegd: "Jij bent gemeen, maar de waarheid komt echt wel boven hoor, heb je nu je zin dat je de rest van je leven achterom moet kijken" en/of "ik hou erover op joh, maar jij denkt dat je uit de problemen bent zo, nou je kan je borst wel natmaken, geloof mij nou maar", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Het vonnis waarvan beroep
De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het hof niet gebracht tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van de eerste rechter, behalve ten aanzien van de opgelegde gevangenisstraf en de motivering daarvan.
In dit opzicht zal het hof het vonnis waarvan beroep vernietigen. Voor het overige verenigt het hof zich met de gronden en beslissingen in het vonnis, met dien verstande dat het hof daarin de hierna te vermelden aanvulling aanbrengt.
Het hof vult het vonnis op bladzijde 9, tweede alinea, na de zin ‘Zij heeft verklaard (…)goed heeft onthouden.’ aan met de navolgende overweging:
Het hof is van oordeel dat aannames over het drugsgebruik van de getuige [benadeelde partij 5] dat de betrouwbaarheid van haar verklaringen zou hebben beïnvloed op geen enkele wijze aannemelijk zijn geworden. Ook in hoger beroep, alwaar [benadeelde partij 5] ter terechtzitting van 11 juli 2013 door het hof als getuige is gehoord en -zakelijk weergegeven- bij haar eerdere verklaringen is gebleven, is hieromtrent niets aangevoerd dat het hof doet twijfelen aan de betrouwbaarheid van de door [benadeelde partij 5] afgelegde verklaringen.
Het vonnis waarvan beroep dient derhalve - behoudens voor zover het wordt vernietigd - onder aanvulling van gronden te worden bevestigd.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Wat de motivering van de op te leggen straf betreft zal het hof aansluiten bij hetgeen de rechtbank dienaangaande in het beroepen vonnis heeft overwogen, omdat het hof zich daarmee zo goed als geheel verenigt, terwijl die overwegingen ook in hoger beroep nog onverkort van toepassing zijn.
De verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan een poging tot woninginbraak op 3 februari 2012 en heeft op 11 december 2011 samen met anderen een diefstal met geweld en bedreiging met geweld gepleegd in een woning. Tijdens dit laatste feit hebben de verdachte en zijn mededaders het slachtoffer, dat zich in de besloten veiligheid van zijn woning waande, met een breekijzer op zijn hoofd geslagen, waardoor hij zwaar lichamelijk letsel (een breuk in de schedel en bijholtes) heeft opgelopen.
Dit zijn ernstige feiten waarbij de verdachte zich heeft laten leiden door het oogmerk van eigen financieel gewin en in het geheel geen rekening heeft gehouden met de (psychische en fysieke) schade die hij de slachtoffers zou kunnen aandoen en heeft aangedaan. De ervaring leert dat dergelijke feiten een zeer grote indruk maken op slachtoffers en dat zij daarvan nog lange tijd de psychische gevolgen kunnen ondervinden. Dat dit in casu het geval was blijkt mede uit de schriftelijke slachtofferverklaring die ter terechtzitting in eerste aanleg is voorgedragen. Voorts vergroten dergelijke feiten meer in het algemeen gevoelens van onveiligheid in de samenleving.
Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan beïnvloeding van de verklaringsvrijheid van een getuige. Vanuit de penitentiaire inrichting waar de verdachte in voorlopige hechtenis verbleef heeft hij zijn
(ex-)vriendin meermalen telefonisch (dreigend) gezegd dat zij haar verklaring moest intrekken en tegen de politie moest zeggen dat de verdachte de overval niet had gepleegd. De verdachte heeft daarmee de waarheidsvinding in de onderhavige zaak belemmerd en bovendien grote gevoelens van angst teweeggebracht bij zijn (ex-) vriendin.
Het hof heeft in het nadeel van de verdachte acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 18 juni 2013, waaruit blijkt dat de verdachte vele malen onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van soortgelijke feiten. Dat heeft hem er kennelijk niet van weerhouden de onderhavige feiten te plegen.
Het hof is - alles overwegende en mede gelet op de oriëntatiepunten voor straftoemeting en de afspraken gemaakt door het Landelijk overleg van voorzitters van de strafsectoren van de gerechtshoven en de rechtbanken waarbij als oriëntatiepunt voor een overval op een woning met ‘ander geweld’(hetgeen wil zeggen geen licht geweld of slechts een bedreiging met geweld) een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren geldt - van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden, langere dan door de rechtbank passend geachte, duur een passende en geboden reactie vormt.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 36f, 45, 57, 285a, 310, 311 en 312 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de opgelegde straf en strafmotivering en doet in zoverre opnieuw recht.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) jaren en 6 (zes) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door mr. C.M. le Clercq-Meijer, mr. T.L. Tan en mr. H.C. Wiersinga, in bijzijn van de griffier mr. M.J.J. van den Broek.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 25 juli 2013.