In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 27 november 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de verdachte, die zich samen met een ander schuldig heeft gemaakt aan openlijke geweldpleging tegen twee personen en een poging tot het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan één van hen. De verdachte heeft op 31 maart 2012 in 's-Gravenhage met een vuurwapen geschoten in de richting van een van de slachtoffers, die door het schot in zijn teen werd geraakt. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarbij het eerdere vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage van 2 november 2012 werd vernietigd. De verdachte was eerder veroordeeld en had een proeftijd die hij niet had nageleefd, wat leidde tot de tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf. Het hof heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers in overweging genomen, evenals de eerdere veroordelingen van de verdachte. De verdachte heeft geen aannemelijke noodweersituatie kunnen aantonen, waardoor zijn verweer werd verworpen. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal om de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 30 maanden, met aftrek van voorarrest, niet gehonoreerd, maar heeft in plaats daarvan een zwaardere straf opgelegd.