In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 7 november 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage. De verdachte, geboren in 1991, was eerder veroordeeld voor soortgelijke feiten en heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal van een computer en een auto. De tenlastelegging omvatte twee hoofdpunten: de diefstal van een computer uit een woning en de diefstal van een Toyota Yaris. De verdachte heeft op 26 maart 2012, samen met anderen of alleen, deze diefstallen gepleegd in 's-Gravenhage. Het hof heeft de eerdere veroordeling van de politierechter vernietigd en de verdachte opnieuw veroordeeld tot een gevangenisstraf van 123 dagen, waarvan 30 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De verdachte moet zich houden aan de aanwijzingen van de reclassering. Het hof heeft de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke straf afgewezen, omdat de verdachte niet in aanmerking kwam voor de uitvoering van die vordering. De uitspraak is gedaan na een zorgvuldige afweging van de feiten, de omstandigheden van de zaak en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Het hof heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers in overweging genomen, evenals de eerdere veroordelingen van de verdachte.