Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
- de moeder, bijgestaan door mr. J.A. van Keulen, kantoorgenoot van haar advocaat.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 26 juni 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep over het gezamenlijk gezag van de ouders over hun minderjarige kinderen. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.H. van Haga, verzocht om het gezamenlijk gezag over de kinderen te herstellen, terwijl de moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. E.D.A. Geleijns, het verzoek van de vader betwistte en vroeg om bevestiging van de eerdere beschikking die het gezamenlijk gezag had beëindigd. Het hof heeft vastgesteld dat de ouders in staat zijn om gezamenlijk gezag uit te oefenen zonder dat de kinderen klem of verloren raken tussen de ouders. Het hof heeft daarbij gekeken naar de communicatie tussen de ouders en de ontwikkeling van de kinderen. De rechtbank had eerder het gezamenlijk gezag beëindigd, maar het hof oordeelde dat de omstandigheden waren veranderd en dat de ouders nu in staat waren om samen beslissingen te nemen in het belang van de kinderen. De vader's verzoek werd toegewezen en het hof vernietigde de eerdere beschikking van de rechtbank. De beslissing werd genomen met inachtneming van de relevante artikelen uit het Burgerlijk Wetboek, met name artikel 1:253n en 1:251a, die de voorwaarden voor gezamenlijk gezag en de beëindiging daarvan beschrijven. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de minderjarigen, die in raadkamer waren gehoord, en het hof concludeerde dat er geen onaanvaardbaar risico was dat de kinderen klem zouden raken tussen de ouders. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.