Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
[slachtoffer 1]zwaar lichamelijk letsel werd
toegebracht, te weten interne bloedingen in zijn buik en
waardoor een ander (genaamd [slachtoffer 2])zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan,
te weten een gebroken arm en een hersenschudding,
overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
30 (dertig) maanden.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat:
hulp en steunte verlenen bij de naleving van de voorwaarden.
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
5 (vijf) jaren.
Veroordeelt de verdachte tot hechtenis voor de duur van
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
€ 701,50 (zevenhonderdéén euro en vijftig cent).
€ 2.000,00 (tweeduizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
30 (dertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
€ 300,00 (driehonderd euro).
€ 2.019,08 (tweeduizend negentien euro en acht cent) bestaande uit € 19,08 (negentien euro en acht cent) materiële schade en € 2.000,00 (tweeduizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
30 (dertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.