ECLI:NL:GHDHA:2013:4744
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen met betrekking tot aanslagen en verzuimboete
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, die op 13 september 2012 de beroepen van belanghebbende ongegrond heeft verklaard. De zaak betreft aanslagen in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor de jaren 2008 en 2009, waarbij de inspecteur de aanslagen heeft gehandhaafd en een verzuimboete heeft opgelegd. Belanghebbende heeft in hoger beroep gesteld dat het handelen van de inspecteur in strijd is met de beginselen van behoorlijk bestuur en diverse nationale en internationale rechtsbeginselen. De inspecteur heeft de standpunten van belanghebbende gemotiveerd betwist.
Tijdens de mondelinge behandeling op 16 oktober 2013 heeft het Hof de argumenten van beide partijen gehoord. Belanghebbende heeft geen gronden aangevoerd die strekken tot vermindering van de aanslagen, en de inspecteur heeft herhaaldelijk om aanvullende informatie verzocht, die door belanghebbende niet is verstrekt. Het Hof heeft vastgesteld dat de inspecteur op basis van de beschikbare informatie de aanslagen op juiste wijze heeft vastgesteld en dat er geen aanknopingspunten zijn voor de grieven van belanghebbende.
Het Hof heeft de uitspraak van de rechtbank bevestigd en geoordeeld dat de inspecteur geen inbreuk heeft gemaakt op de beginselen van behoorlijk bestuur. De proceskosten zijn niet voor vergoeding in aanmerking gekomen. De uitspraak is op 11 december 2013 in het openbaar uitgesproken, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad.