Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Afdeling Civiel recht
arrest d.d. 17 december 2013
[appellant]
Govinda c.s.,
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen een vonnis van de rechtbank Den Haag van 9 mei 2012. [appellant] vorderde dat [geïntimeerde sub 1] zou meewerken aan de verdeling van een gemeenschap die zou zijn ontstaan uit een samenwerking bij het organiseren van busreizen. De samenwerking tussen [appellant] en [geïntimeerde sub 1] begon in 2006, waarbij [geïntimeerde sub 1] betalingen ontving en [appellant] verantwoordelijk was voor de boekingen. In 2007 werd de vennootschap onder firma Govinda Videocentre V.O.F. opgericht, die later werd omgedoopt tot Govinda Tours V.O.F. De rechtbank had de vorderingen van [appellant] afgewezen, omdat er geen vennootschap onder firma was ontstaan en er geen te verdelen gemeenschap was.
In hoger beroep heeft [appellant] zijn vorderingen gewijzigd en een bedrag van € 201.108,77 gevorderd, alsmede vergoedingen voor de handelsnaam en goodwill. Het hof heeft geoordeeld dat er geen vennootschap onder firma tot stand is gekomen, omdat er geen duidelijke afspraken waren gemaakt over de verdeling van de winst en de samenwerking niet op gelijke voet plaatsvond. Het hof heeft ook overwogen dat de bewijslast voor het bestaan van een vennootschap onder firma bij [appellant] ligt, en dat hij niet de benodigde akte heeft overgelegd.
Het hof heeft de grieven van [appellant] verworpen en het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. [appellant] is veroordeeld in de proceskosten van het geding in hoger beroep. De uitspraak is gedaan op 17 december 2013.