[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortejaar] 1976,
[adres].
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van
15 oktober 2013.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
In eerste aanleg is de verdachte van het primair ten laste gelegde vrijgesproken en ter zake van het subsidiair, eerste en tweede cumulatief/alternatief, ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van honderdentwee dagen met aftrek van voorarrest. Voorts is beslist omtrent de vorderingen van de benadeelde partijen en zijn schadevergoedingsmaatregelen opgelegd als vermeld in het vonnis.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 04 december 2011 te 's-Gravenhage ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2], van het leven te beroven, met dat opzet (meermalen)
- in het gezicht en/of op het hoofd heeft geslagen en/of gestompt en/of
- die [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] op de grond heeft geduwd en/of gegooid en/of
- in het gezicht en/of op het hoofd en/of tegen het lichaam heeft geslagen en/of gestompt, terwijl die [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] op de grond lag(en) en/of
- ( met kracht en/of met een geschoeide voet en/of met de hak van een geschoeide voet) tegen het hoofd en/of het lichaam heeft geschopt en/of getrapt, terwijl die [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] op de grond lag(en), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezen-verklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 04 december 2011 te 's-Gravenhage tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet (meermalen)
- in het gezicht en/of op het hoofd heeft geslagen en/of gestompt en/of
- die [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] op de grond heeft geduwd en/of gegooid en/of
- in het gezicht en/of op het hoofd en/of tegen het lichaam heeft geslagen en/of gestompt, terwijl die [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] op de grond lag(en) en/of
- ( met kracht en/of met een geschoeide voet en/of met de hak van een geschoeide voet) tegen het hoofd en/of het lichaam heeft geschopt en/of getrapt, terwijl die [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] op de grond lag(en), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
en/of
hij op of omstreeks 04 december 2011 te 's-Gravenhage met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, te weten de Gedempte Gracht, in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2], welk geweld bestond uit het (meermalen)
- in het gezicht en/of op het hoofd slaan en/of stompen en/of
- die [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] op de grond duwen en/of gooien en/of
- in het gezicht en/of op het hoofd en/of tegen het lichaam slaan en/of stompen, terwijl die [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] op de grond lag(en) en/of
- ( met kracht en/of met een geschoeide voet en/of met de hak van een geschoeide voet) tegen het hoofd en/of het lichaam schoppen en/of trappen, terwijl die [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] op de grond lag(en).
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte primair is ten laste gelegd, zodat de verdachte daarvan –overeen-komstig de vordering van de advocaat-generaal- behoort te worden vrijgesproken.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het subsidiair, eerste en tweede cumulatief/alternatief, ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 04 december 2011 te 's-Gravenhage tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet meermalen
-
die [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2]in het gezicht heeft geslagen en gestompt en
- die [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] op de grond heeft geduwd en
- in het gezicht en/of op het hoofd en/of tegen het lichaam heeft geslagen en/of gestompt, terwijl die [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] op de grond lagen en
- met kracht en met een geschoeide voet tegen het hoofd en het lichaam heeft geschopt en/of getrapt, terwijl die [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] op de grond lagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op 04 december 2011 te 's-Gravenhage met anderen, op de openbare weg, te weten de Gedempte Gracht, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2], welk geweld bestond uit het meermalen
- in het gezicht slaan en stompen en
- die [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] op de grond duwen en gooien en
- in het gezicht en/of op het hoofd en/of tegen het lichaam slaan en/of stompen, terwijl die [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] op de grond lag(en) en
- met kracht en met een geschoeide voet tegen het hoofd en het lichaam schoppen en/of trappen, terwijl die [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] op de grond lagen.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijf-fouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de raadsman overeenkomstig zijn overgelegde pleitnota aangevoerd dat cliënt dient te worden vrijgesproken van het hem ten laste gelegde.
Op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep gaat het hof bij zijn oordeel van de volgende feiten en omstandigheden uit.
Op 4 december 2011 omstreeks 04.15 uur verlaten twee groepen Grillroom Luxor. De ene groep omvat de verdachte, en medeverdachten, te weten [medeverdachte] en zijn vriendin [verdachte] en getuige [getuige] . De andere groep bestaat uit de latere aangevers [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] , alsmede de getuigen [getuige 2] en [getuige 3] .
[benadeelde partij 1] bevindt zich, kennelijk onder invloed van alcohol en onvast ter been, dichtbij de andere groep als uit die groep iemand naar hem roept: “Doorlopen”. [benadeelde partij 1] heft op dat moment zijn hand op en loopt tussen [medeverdachte] en [verdachte] door.
Nadat [benadeelde partij 1] zijn hand heeft opgeheven, loopt de verdachte op hem af, slaat hem in het gezicht en geeft hem een duw waarop hij, [benadeelde partij 1], komt te vallen.
Wanneer aangever op de grond ligt, wordt hij geschopt door de verdachte en medeverdachte [medeverdachte]. Als [benadeelde partij 2] dichterbij komt wordt hij geslagen c.q. gestompt en geschopt door de medeverdachte [medeverdachte] , ook als hij, [benadeelde partij 2] , op de grond is gevallen. Vervolgens wisselt de medeverdachte [medeverdachte] af met verdachte in het schoppen van beide aangevers terwijl zij op de grond liggen.
Getuige [getuige 4] , een portier van Grillroom Luxor, komt op het kabaal af en probeert de betrokkenen bij de vechtpartij te scheiden.
De politie komt vervolgens ter plaatse en verdachte en zijn medeverdachten worden door [getuige 4] aangewezen als degenen die geweld hadden uitgeoefend. Verdachte en zijn medeverdachten zijn daarop aangehouden.
Na het voorval is [benadeelde partij 1] op 4 december 2011 onder andere wegens trauma aan het hoofd ter observatie opgenomen in het ziekenhuis. In het ziekenhuis is een “weke delen zwelling frontaal” geconstateerd. Op 12 december 2011 is [benadeelde partij 1] door zijn huisarts onderzocht. Geconstateerd werd: beperkingen in de beweeglijkheid van de nek, alle bewegingen van de nek zijn zeer pijnlijk, forse hematomen onder de ogen, wazig zien, de mond kan niet volledig geopend, diverse pijnlijke plekken in de nek en over de ribben.
[benadeelde partij 2] heeft een bloedneus en zwellingen op zijn hoofd.
Bij de verdachte en de medeverdachte [medeverdachte] is geen letsel waargenomen. Medeverdachte [medeverdachte] heeft aangegeven dat zij een gebroken nagel had.
De raadsman heeft betoogd dat zich in de stukken geen separaat bewijsmiddel bevindt voor wat betreft het tenlastegelegde onderdeel “geschoeide voet”, reden waarom reeds vrijspraak op dit onderdeel dient te volgen.
Het hof overweegt hieromtrent dat aangever [benadeelde partij 2] expliciet over een geschoeide voet verklaart en overigens dat het een feit van algemene bekendheid is dat mensen geschoeid de publieke ruimte plegen te betreden en dat dit eens temeer geldt gelet op het seizoen waarin het gebeurde plaatsvond, te weten in de winter. Noch verdachte noch zijn medeverdachten hebben verklaard dat zij blootsvoets liepen.
Naar het oordeel van het hof is door verdachte en zijn medeverdachten welbewust meermalen met geschoeide voet tegen het hoofd van [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] geschopt terwijl zij, [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2], op de grond lagen. Ook is door hen tegen het lichaam van [benadeelde partij 1] geschopt.
Het hoofd is het meest kwetsbare deel van het lichaam en in het lichaam bevinden zich alle vitale delen.
Het doelbewust meermaals slaan en schoppen met geschoeide voeten tegen het hoofd en het lichaam – alwaar vitale lichaamsdelen aanwezig zijn – is naar de uiterlijke verschijningsvorm zó zeer gericht op een bepaald gevolg, te weten het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, dat het niet anders kan dan dat verdachte en zijn medeverdachten de aanmerkelijke kans op zwaar lichamelijk letsel van [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] ook hebben aanvaard. Verdachte en zijn medeverdachten hebben dan ook minst genomen voorwaardelijk opzet gehad op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2].
Ook indien zou worden aangenomen dat verdachte (tevens) andere beweegredenen had - volgens verdachte: zelfverdediging op enig moment- doet dit aan het voorgaande niet af.
Gelet op het bovenstaande acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich samen met zijn medeverdachten schuldig heeft gemaakt aan een poging tot zware mishandeling van [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] en aan openlijke geweldpleging jegens [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2].
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
het subsidiair, eerste en tweede cumulatief/alternatief, bewezen verklaarde levert op: