In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 8 augustus 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere veroordeling van de verdachte door de politierechter in de rechtbank Rotterdam. De verdachte was beschuldigd van het telen en aanwezig hebben van hennep, evenals het voorhanden hebben van een schietklaar vuurwapen, munitie en een geluidsdemper. De feiten vonden plaats in de periode van 1 september 2011 tot en met 24 november 2011 in Capelle aan den IJssel. De verdachte werd op 24 november 2011 aangehouden na een politie-inval in zijn woning, waar een hennepkwekerij met 152 hennepplanten werd aangetroffen, evenals een vuurwapen en munitie. Het hof oordeelde dat de aanhouding en het binnentreden rechtmatig waren, ondanks de verdediging die stelde dat er onvoldoende aanwijzingen waren voor een overtreding van de Opiumwet. Het hof achtte de verdachte schuldig aan de tenlastegelegde feiten en legde een gevangenisstraf van vijf maanden op, met aftrek van voorarrest. De uitspraak benadrukt de ernst van de feiten, met name het gevaar dat uitgaat van het voorhanden hebben van vuurwapens en de schadelijke effecten van hennep op de samenleving. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en deed opnieuw recht, waarbij het de verdachte strafbaar verklaarde voor de bewezen feiten.