Uitspraak
- aan de man: een bedrag van € 68.067,-;
- aan de vrouw: de polissen van levensverzekering bij RVS met kenmerk[x] en van lijfrente bij De Amersfoortse met kenmerk 11-4118978, de saldi op het ING deposito [z], de ING betaalrekening met nummer [A] en de ING spaarrekening met nummer[A] en een bedrag van € 23.995,83.
- de door de man te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding (hierna: kinderalimentatie) voor de minderjarigen [minderjarigeX], geboren op [in] 2001 te[woonplaats],[minderjarigeZ], geboren op
- de door de man te betalen uitkering in het levensonderhoud voor de vrouw (hierna: partneralimentatie);
- de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden.
1 maart 2011 nog aanwezige privévermogen en te bepalen dat de huwelijkse voorwaarden geen vergoedingsrechten uit de gemeenschap toekennen aan partijen wegens verkregen doch niet meer aanwezig privévermogen en daarbij – onder verwijzing naar Grief 3b van dit verzoekschrift – het aanwezige privévermogen van de vrouw vast te stellen op € 54.293,20 en het aanwezige privévermogen van de man vast te stellen op € 68.067,-.
Kinderalimentatie
€ 1.111,- per maand.
Partneralimentatie
Afwikkeling huwelijkse voorwaarden
28 februari 2011 wenst te verdelen, is er tussen partijen geen overeenstemming over de te hanteren peildatum, aldus de vrouw.
1 maart 2011, zijnde de datum die partijen zijn overeengekomen. Volgens de man was er ter zitting in eerste aanleg geen sprake meer van enig voorbehoud van de vrouw.
1 maart 2011, is.
vooruitbetaling te voldoen;
verstaan, tot notaris ten overstaan van wie de werkzaamheden van de verdeling zullen geschieden mr. E. Kortlang, notaris ter standplaats Leiden of diens waarnemer of opvolger;
mr. Van der Kamp als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
13 november 2013.