1primair en het onder 2 ten laste gelegde veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis, alsmede tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden met een proeftijd van 2 jaren.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
zij in of omstreeks de periode vanaf de maand oktober 2002 tot en met de maand november 2008 in de gemeente Middelharnis, in elk geval in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met haar, verdachtes echtgenoot/partner [medeverdachte], althans alleen, (telkens) anders dan door valsheid in geschrift, (telkens) opzettelijk niet naar waarheid één of meer gegevens heeft verstrekt aan een of meer bijstandsconsulente(n) van de gemeente Middelharnis, althans aan de gemeente Middelharnis, zijnde degene door wie of door wiens tussenkomst een verstrekking of tegemoetkoming, te weten een bijstandsuitkering, werd verleend, immers hebben/heeft zij, verdachte en/of haar mededader (telkens) -zakelijk weergegeven- tijdens vier, in elk geval een of meer hercontrolegesprek(ken) met (een) bijstandsconsulente(n) van de gemeente Middelharnis en/of ter gelegenheid van het laten invullen door die bijstandsconsulente(n) voornoemd van (een) hercontroleformulier(en), (telkens) aan die bijstandsconsulente(n) voornoemd (een) lagere bedrag(en) aan door haar, verdachtes echtgenoot/partner [medeverdachte] voornoemd genoten (netto) bijverdiensten opgegeven dan in werkelijkheid door die [medeverdachte] voornoemd waren/was genoten, in elk geval (telkens) een deel van de door die [medeverdachte] voornoemd genoten (netto) bijverdiensten verzwegen, zulks terwijl dit feit kon strekken tot bevoordeling van zichzelf of een ander, terwijl verdachte en/of haar medeverdachte wist(en), althans redelijkerwijze moest(en) vermoeden dat de verstrekte gegevens van belang waren voor de vaststelling van verdachtes of eens anders recht op die verstrekking of tegemoetkoming dan wel voor de hoogte of de duur van die verstrekking of tegemoetkoming; (art. 227a Wetboek van Strafrecht)
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
zij in of omstreeks de periode vanaf 1 januari 2003 tot en met 31 december 2009 in de gemeente Middelharnis, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) tezamen en in vereniging met haar, verdachtes echtgenoot/partner [medeverdachte], althans alleen, (telkens) in strijd met een haar en/of haar medeverdachte bij of krachtens wettelijk voorschrift opgelegde verplichting, te weten art. 65 lid 1 van de Algemene bijstandswet en/of art. 17 lid 1 van de Wet werk en bijstand, (telkens) opzettelijk heeft nagelaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken, zulks terwijl dit feit (telkens) kon strekken tot bevoordeling van zichzelf of een ander, terwijl verdachte en/of haar medeverdachte (telkens) wist(en), althans redelijkerwijze moest(en) vermoeden dat die gegevens van belang waren voor de vaststelling van verdachtes of eens anders recht op een verstrekking of tegemoetkoming, te weten een bijstandsuitkering, dan wel voor de hoogte of de duur van die verstrekking of tegemoetkoming, immers heeft verdachte en/of haar medeverdachte (telkens) opzettelijk -zakelijk weergegeven- niet de volledige door haar, verdachtes echtgenoot/partner [medeverdachte] verrichte werkzaamheden en/of genoten inkomsten uit handel in oude metalen en/of oud ijzer opgegeven aan de afdeling Sociale Zaken van de gemeente Middelharnis;
2.
zij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode vanaf de maand januari 2004 tot en met 5 juli 2010 in de gemeente(n) Middelharnis en/of Sommelsdijk, althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, een of meer voorwerp(en), te weten -zakelijk weergegeven- vier, in elk geval een of meer auto's (merk Audi), voorzien van de/het kenteken(s) [kenteken 1] en/of [kenteken 2] en/of [kenteken 3] en/of [kenteken 4] en/of (een) contant(e) geldbedrag(en) tot een totaalbedrag groot 29.800,- euro of daaromtrent en/of een hoeveelheid meubilair met een totale aanschafwaarde van 33.775,- euro of daaromtrent (D-042-07, D-042-09, D-042-16 en D-042-18) heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, terwijl zij en/of haar medeverdachte(n) wist(en) dat bovenomschreven voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren/was uit enig misdrijf;
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
zij in de periode vanaf de maand oktober 2002 tot en met de maand november 2008 in de gemeente Middelharnis, tezamen en in vereniging met haar, verdachtes, echtgenoot/partner [medeverdachte], telkens anders dan door valsheid in geschrift, telkens opzettelijk niet naar waarheid één of meer gegevens heeft verstrekt aan bijstandsconsulenten van de gemeente Middelharnis, zijnde degene door wie of door wiens tussenkomst een verstrekking, te weten een bijstandsuitkering, werd verleend, immers hebben zij, verdachte en haar mededader -zakelijk weergegeven- tijdens vier, hercontrolegesprekken met bijstandsconsulenten van de gemeente Middelharnis aan die bijstandsconsulenten voornoemd lagere bedragen aan door haar, verdachtes echtgenoot/partner [medeverdachte] voornoemd genoten (netto) bijverdiensten opgegeven dan in werkelijkheid door die [medeverdachte] voornoemd waren genoten, zulks terwijl dit feit kon strekken tot bevoordeling van zichzelf of een ander, terwijl verdachte en haar medeverdachte wisten, dat de verstrekte gegevens van belang waren voor de vaststelling van verdachtes of eens anders recht op die verstrekking dan wel voor de hoogte of de duur van die verstrekking;
2.
zij in de periode vanaf de maand januari 2004 tot en met 5 juli 2010 in de gemeente(n) Middelharnis en/of Sommelsdijk, tezamen en in vereniging met een ander, meer voorwerpen, te weten -zakelijk weergegeven- vier auto's (merk Audi), voorzien van de kentekens [kenteken 1] en [kenteken 2] en [kenteken 3] en [kenteken 4] en een contant geldbedrag tot een totaalbedrag groot 29.800,- euro en meubilair met een totale aanschafwaarde van 33.775,- euro heeft verworven, voorhanden heeft gehad, terwijl zij en haar medeverdachte wisten dat bovenomschreven voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Ter zake van het onder 2 bewezenverklaarde, het verwerven en voorhanden hebben van een contant geldbedrag , overweegt het hof dat niet kan worden vastgesteld dat de verdachte verhullende (witwas)handelingen heeft verricht. De verdachte dient te dier zake te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
Het onder 1 primair bewezen verklaarde levert op:
Medeplegen van anders dan door valsheid in geschrift, opzettelijk niet naar waarheid gegevens verstrekken aan degene door wie of door wiens tussenkomst enige verstrekking wordt verleend, terwijl het feit kan strekken tot bevoordeling van zichzelf, en terwijl hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat de verstrekte gegevens van belang zijn voor de voor de vaststelling van zijn of eens anders recht op die verstrekking dan wel voor de hoogte of de duur van een dergelijke verstrekking, meermalen gepleegd.
Het onder 2 bewezen verklaarde levert op: