Rolnummer: 22-005884-12
Parketnummer: 10-721006-12
Datum uitspraak: 13 november 2013
TEGENSPRAAK
Gerechtshof Den Haag
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 20 december 2012 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1978,
[adres].
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van
30 oktober 2013.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1 ten laste gelegde vrijgesproken en ter zake van het onder 2 ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van honderdachtennegentig dagen met aftrek van voorarrest, waarvan negentig dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en de bijzondere voorwaarden als vermeld in het vonnis.
Namens de verdachte en door de officier van justitie is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1:
hij op of omstreeks 26 mei 2012 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen vier, althans een of meer zeecontainer(s) (met daarin Ferronickel Granules) (te weten (een) container(s) met nummer GATU 096657-0 en/of CSFU 126725-7 en/of CSFU 12260-4 en/of CSFU 126732-3), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Cargadoorsbedrijf [bedrijf] en/of [bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
2:
hij op of omstreeks 26 mei 2012 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een of meer vals(e) of vervalst(e) (kopie(ën) van) document(en) "Toestemming tot wegvoering", - zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware dat/die geschrift(en) echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken hierin dat voornoemd(e) document(en) (door middel van een e-mailbericht) aan
[betrokkene], althans een medewerker van Cargadoorsbedrijf [bedrijf] is/zijn getoond bij het ophalen van vier, althans een of meer zeecontainer(s) (met daarin Ferronickel Granules) (te weten (een) container(s) met nummer GATU 096657-0 en/of CSFU 126725-7 en/of CSFU 12260-4 en/of CSFU 126732-3) en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat (een) fictie(f)(ve)/onjuist(e) aangiftenummer(s) en/of
ID-nummer(s) en/of vertegenwoordiger(s) en/of aangever(s) is/zijn gebruikt.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1:
hij op 26 mei 2012 te Rotterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen vier zeecontainers met daarin Ferronickel Granules te weten containers met nummer GATU 096657-0 en CSFU 126725-7 en CSFU
126660-4 en CSFU 126732-3), toebehorende aan Cargadoorsbedrijf [bedrijf] en [bedrijf];
2:
hij op 26 mei 2012 te Rotterdam opzettelijk gebruik heeft gemaakt van valse kopieën van documenten "Toestemming tot wegvoering", - zijnde geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware
ndie geschriften echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken hierin dat voornoemde documenten
zijn getoond bij het ophalen van vier zeecontainers met daarin Ferronickel Granules te weten containers met nummer GATU 096657-0 en CSFU 126725-7 en CSFU
126660-4en CSFU 126732-3), toebehorende aan Cargadoorsbedrijf [bedrijf] en [bedrijf].
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijf-fouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Door een kennelijke verschrijving was de container met het nummer CSFU 126660-4 in de tenlastelegging onder 1. en 2. vermeld als CSFU 12260-4. Dat is verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Verweren ten aanzien van het bewijs
Namens de verdachte is vrijspraak bepleit omdat hij – zakelijke weergegeven - niet wist dat de kopieën van de zogeheten ‘toestemming tot wegvoering’ vals waren.
Dat verweer wordt verworpen. De verdachte heeft bij de politie erkend dat hij wist dat de documenten vals waren. Daarnaast overweegt het hof als volgt.
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat de documenten op een ongebruikelijke wijze werden verstrekt, namelijk per post en niet per e-mail of uit handen van de opdrachtgever. Eveneens ter terechtzitting heeft de verdachte verklaard dat hij de opdrachtgever slechts bij naam kende, dat hij niet wist waarom en voor wie hij een monster van de zogeheten Ferronickel Granules had ontvangen, dat hem een hoge vergoeding van 7.500,- euro per container in het vooruitzicht was gesteld en dat het ongebruikelijk was dat ter plaatse door een onbekende man 400 euro cash werd betaald voor het wisselen van een band van de door de verdachte gebruikte vrachtwagen tijdens het bewuste transport. Reeds gelet op deze omstandigheden is het niet verwonderlijk dat de verdachte zich voortdurend heeft gerealiseerd dat de documenten vals zijn. De verdachte is daarover heel concreet geweest in zijn politieverklaring: “Ik was zo gestrest als een kip daar met die vervalste papieren. Ik ging kapot van de stress van het acteren die dag. Ik ging helemaal kapot toen het mis ging met uithalen. Drie keer met naar boven gaan omdat het niet goed ging. Ik wist dat ik fout bezig was.” (de op 13 september 2012 aan de verbalisanten afgelegde verklaring van de verdachte, blz. 261 e.v.). Dat de verdachte in de betreffende politieverklaring zich kort na zijn bekentenis in tegenovergestelde zin heeft geuit: ”Ik zal je vertellen dat ik niet wist dat de documenten vals waren.”, doet gelet op de genoemde omstandigheden niet af aan de betrouwbaarheid van de erkenning dat hij wist dat hij fout bezig was en dat de documenten niet klopten.
Namens de verdachte is tevens het verweer gevoerd dat geen sprake is van diefstal omdat de wegnemingshandeling ontbreekt. Het goed is slechts afgegeven nadat medewerkers van de containerterminal daartoe waren bewogen, aldus – zakelijk weergegeven – de raadsvrouw van de verdachte.
Dat verweer wordt eveneens verworpen. Daartoe wordt overwogen dat de verdachte telkens gebruik heeft gemaakt van een valse kopie van een zogeheten ‘toestemming tot wegvoering’ zoals bewezenverklaard onder 2. Het valse document is door de verdachte gebruikt om de containers uit de macht van de rechthebbende te halen. Door het tonen van dat document heeft de verdachte de vier containers bij de terminal meegekregen. Dat daarvoor de medewerking van medewerkers van de containerterminal nodig was die de containers (al dan niet geautomatiseerd) lieten plaatsen op de vrachtwagen, doet er niet aan af dat sprake is van wegneming. Die medewerking is slechts instrumenteel en in wezen niet anders dan wanneer sprake is van een volledig geautomatiseerd afgifteproces zoals bij een geldautomaat. Een dergelijk afgifteproces van geld met een valse pinpas is door de Hoge Raad aangemerkt als het wegnemen van geld met een valse sleutel (vergelijk: HR 8 december 1992, 92739, LJN: ZC8478 en HR 19 april 2005, 02337/04, LJN: AS9237). De feitelijke gang van zaken die uit de bewijsmiddelen blijkt, levert in dit geval daarom een diefstal op. Dat de ‘valse sleutel’ in de tenlastelegging niet als strafverzwarende omstandigheid is opgenomen, doet daar ook overigens niet aan af.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
het onder 1 en 2 bewezen verklaarde levert op: