ECLI:NL:GHDHA:2013:3987
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Chr.A. Baardman
- M.C.R. Derkx
- M.M. van der Nat
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in hoger beroep wegens gebrek aan bewijs voor geweldsdelicten
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 28 oktober 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Den Haag. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld tot een taakstraf van 200 uren voor twee geweldsdelicten. Het hof heeft de verdachte echter vrijgesproken, omdat er onvoldoende bewijs was om de feiten en omstandigheden eenduidig vast te stellen. De uitspraak is gedaan na onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en de zitting in hoger beroep op 14 oktober 2013. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte van de ten laste gelegde feiten zou worden vrijgesproken, wat het hof heeft overgenomen.
De tenlastelegging betrof geweldpleging op 13 november 2011 in 's-Gravenhage, waarbij de verdachte samen met anderen openlijk geweld zou hebben gepleegd tegen twee slachtoffers. Het hof oordeelde dat de verklaringen en camerabeelden in het dossier niet voldoende waren om tot een bewezenverklaring te komen. Hierdoor kon de verdachte niet worden veroordeeld voor de hem ten laste gelegde feiten.
Daarnaast waren er vorderingen tot schadevergoeding ingediend door twee benadeelde partijen, die als gevolg van de geweldsdelicten schade hadden geleden. Aangezien de verdachte werd vrijgesproken, verklaarde het hof beide benadeelde partijen niet-ontvankelijk in hun vorderingen tot schadevergoeding. Het hof vernietigde het vonnis waarvan beroep en sprak de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten.