Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
VERDER PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP
10 april 2013, waarvan de inhoud als hier herhaald en ingelast dient te worden beschouwd.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Den Haag, is op 16 oktober 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de benoeming van een bijzondere curator voor twee minderjarigen, geboren in 2000 en 2003. De vader, verzoeker in hoger beroep, en de moeder, verweerster in hoger beroep, zijn al sinds 2009 verwikkeld in juridische procedures, waaronder kwesties over omgangsregelingen en kinderalimentatie. De raad voor de kinderbescherming was betrokken in de procedure, en beide ouders hebben een verzoek ingediend om mr. J.J. Verbeke als bijzondere curator te benoemen, wat het hof uiteindelijk heeft toegewezen.
De procedure begon met een tussenbeschikking op 10 april 2013, waarin het hof partijen de gelegenheid gaf om mediation te proberen. De behandeling van de zaak werd aangehouden tot 28 september 2013, waarna partijen gezamenlijk verzochten om de benoeming van een bijzondere curator. Het hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat alle betrokken partijen, inclusief Bureau Jeugdzorg, het erover eens waren dat de benoeming van mr. Verbeke in het belang van de minderjarigen zou zijn.
Het hof heeft de benoeming van mr. J.J. Verbeke goedgekeurd, met de taak om de belangen van de minderjarigen te behartigen in zowel overleg als juridische procedures. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de behandeling van de zaak is aangehouden tot 29 maart 2014. Het hof heeft verder alle eerdere beslissingen gehandhaafd en iedere verdere beslissing aangehouden.