Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[veroordeelde],
BESLISSING
€ 44.000,00 (vierenveertigduizend euro).
betaling aan de Staatter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel van een bedrag van
€ 35.000,00 (vijf en dertig duizend euro).
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage in een ontnemingszaak. De veroordeelde, geboren in 1973, was eerder veroordeeld voor het telen van hennep en had een werkstraf en voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd gekregen. Het openbaar ministerie vorderde dat de veroordeelde een bedrag van € 181.184,32 zou betalen aan de Staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel. De rechtbank stelde dit bedrag vast op € 40.000,00, maar de veroordeelde ging in hoger beroep.
Tijdens de zitting in hoger beroep op 18 september 2013 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die bevestiging van het vonnis vroeg. Het hof heeft echter geoordeeld dat het vonnis niet in stand kan blijven, omdat het zich niet kon verenigen met de vaststelling van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Het hof heeft vastgesteld dat de veroordeelde zich schuldig heeft gemaakt aan het telen van hennep, wat volgens de wetsgeschiedenis het gehele illegale productieproces omvat, inclusief verkoop en aflevering.
Het hof heeft de bewijsvoering beoordeeld en vastgesteld dat de veroordeelde in de periode van 30 november 2006 tot en met 26 maart 2007 hennep heeft geteeld. De opbrengst van deze teelt is geschat op € 47.812,38, waarna de kosten van de teelt zijn afgetrokken. Uiteindelijk heeft het hof het wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld op € 44.000,00. Gezien de overschrijding van de redelijke termijn heeft het hof de betalingsverplichting verlaagd naar € 35.000,00. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en opnieuw recht gedaan.