ECLI:NL:GHDHA:2013:3826
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- L.F. Gerretsen-Visser
- W.P.C.M. Bruinsma
- I.P.A. van Engelen
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep voor verdachte van woningoverval te Leidschendam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 3 oktober 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Den Haag. De verdachte, geboren in Cuba in 1983 en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaar voor een woningoverval die plaatsvond op 27 september 2012 te Leidschendam. De tenlastelegging omvatte diefstal met geweld, waarbij onder andere een Iphone en laptops zijn weggenomen. Tijdens de rechtsgang heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte.
Het hof heeft vastgesteld dat er gerede twijfel bestaat over de betrokkenheid van de verdachte bij de woningoverval. De aangever had verklaard dat een van de daders een man genaamd '[naam]' was, terwijl de andere dader een Arabische man was. Er was communicatie geweest via sms-berichten in de Arabische taal met Marokkaans dialect, maar het hof kon niet vaststellen dat de verdachte deze taal beheerst. Bovendien heeft een getuige verklaard dat de verdachte niet bij de overval aanwezig was en dat hij alleen in het Engels met de verdachte communiceerde.
Op basis van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep, concludeerde het hof dat niet buiten redelijke twijfel kon worden vastgesteld dat de verdachte het ten laste gelegde feit had begaan. Het hof heeft daarom het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde woningoverval. Deze uitspraak benadrukt het belang van bewijs en de noodzaak om aan de eisen van redelijke twijfel te voldoen in strafzaken.