Uitspraak
Extra schriftelijke ronde
Ingangsdatum
Verminderde lotsverbondenheid
Huwelijksgerelateerde behoefte van de vrouw
Behoeftigheid van de vrouw
- aantoonbaar - inspant om te herstellen en zij vervolgens door middel van arbeid zoveel mogelijk in de kosten van haar levensonderhoud voorziet. Het hof is van oordeel dat niet is gebleken dat de vrouw zich nadien genoegzaam heeft ingespannen om zich te herstellen en om in haar eigen levensonderhoud te kunnen voorzien. Het hof neemt daarbij in aanmerking dat partijen enkel een (bij de vrouw inwonende) meerderjarige zoon hebben die thans studeert. Ook in hoger beroep is niet gebleken dat de vrouw arbeidsongeschikt is of dat zij anderszins niet in staat is om te werken om zo in haar eigen levensonderhoud te voorzien, zodat zij geen behoefte heeft aan een aanvullende bijdrage van de man. De door de vrouw overgelegde verklaring van 18 januari 2012 van mevrouw K. Leenstra, acht het hof daartoe op zichzelf onvoldoende. Immers, dit betreft geen verklaring van een arts die een onderzoek heeft ingesteld naar de arbeidsgeschiktheid van de vrouw. Het had op de weg van de vrouw gelegen dat zij sollicitatiebrieven en dergelijke had overgelegd waaruit blijkt dat zij - tevergeefs - heeft voldaan aan haar inspanningsverplichting, dan wel een of meer verklaringen over te leggen waaruit haar gestelde arbeidsongeschiktheid blijkt. Onder deze omstandigheden kan van de vrouw gevergd worden dat zij, gelet op de door haar gestelde eigen situatie en de huidige moeilijke arbeidsmarkt, binnen één jaar na deze te wijzen beschikking haar arbeidscapaciteit benut voor drie dagen per week. Het hof gaat daarbij uit van een bruto maandinkomen van € 1.000,- per maand. Het aanbod van de vrouw om mee te werken aan een onderzoek naar haar arbeidsongeschiktheid, passeert het hof. Als de vrouw zich op een dergelijk onderzoek had willen beroepen, dan had zij dit reeds kunnen doen instellen en het resultaat daarvan overleggen.
Draagkracht van de man
- het inkomen van de man;
- de woonlasten van de woning te [woonplaats];
- de bijdrage van de partner van de man in de woonlasten van de woning te [woonplaats].
- de woning te[plaats].
Jusvergelijking
jusvergelijkinggemaakt. Het hof gaat daarbij uit van de volgende financiële gegevens aan de zijde van de vrouw:
- tot 21 augustus 2014: geen inkomen en met ingang van 21 augustus 2014 een bruto maandinkomen van € 1.000,-;
- een rendement op het vermogen van € 1.411,- netto per jaar;
- de bijstandsnorm voor een alleenstaande;
- tot 12 december 2012 een huur van € 1.157,- huur per maand en met ingang van 21 december 2012 een huur van € 1.000,- per maand;
- een premie ziektekostenverzekering van € 150,- per maand alsmede een eigen risico van € 18,- per maand;
- een bijdrage ten behoeve de zoon van partijen van € 282,- per maand.
jusvergelijkingconcludeert het hof dat bij een partneralimentatie van afgerond € 3.400,- bruto per maand tot 21 augustus 2014 en van afgerond € 2.400,- bruto per maand met ingang van 21 augustus 2014, de vrouw niet meer vrije ruimte over heeft dan de man.
21 augustus 2013.