Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP
- op 8 maart 2013 een brief van 6 maart 2013 met bijlagen;
- op 2 april 2013 een faxbericht van diezelfde datum met bijlagen;
- mevrouw [C] (gezinsvoogd) namens Jeugdzorg, bijgestaan door mr. M.E. Tuinman;
- de advocaat van de ouders;
- de pleegouders.
PROCESVERLOOP IN EERSTE AANLEG EN VASTSTAANDE FEITEN
BEOORDELING VAN HET HOGER BEROEP
“Drs. Vissedijk heeft weliswaar geadviseerd om de hulp aan vader niet slechts te laten starten voorafgaand aan de thuisplaatsing, maar heeft ook aangegeven dat het verschil dan al merkbaar moet zijn. De rechtbank is echter van oordeel dat de hulp wel moet zijn gestart voorafgaand aan de thuisplaatsing, maar dat niet als eis kan worden gesteld dat het verschil voorafgaand aan de thuisplaatsing merkbaar is. Jeugdzorg kan immers in het kader van de doorlopende ondertoezichtstelling voldoende toezicht houden en zo nodig ingrijpen.”Jeugdzorg betoogt dat de hulpverlening niet enkel moet zijn opgestart, maar dat tevens resultaat moet zijn bereikt.