Uitspraak
12 september 2012 en 23 januari 2013
29 december 2012 pro forma.
- het toepasselijk recht op het verzoek tot echtscheiding;
- de rechtsgeldigheid van het huwelijk en daarmee de door de rechtbank uitgesproken echtscheiding tussen partijen;
- de gewone verblijfplaats van de vrouw en de minderjarige;
- de door de man aan de vrouw te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige (hierna: kinderalimentatie);
- de door de man te betalen uitkering tot levensonderhoud voor de vrouw (hierna: partneralimentatie);
- de zekerheidsstelling van de proceskosten;
- de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap.
Het toepasselijk recht op verzoek echtscheiding
’s-Gravenhage voor recht verklaard dat de huwelijksakte van de vrouw en de man overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie is opgemaakt en naar zijn aard vatbaar is voor opneming in een Nederlands register van de burgerlijke stand. Voorts is door de rechtbank gelast de inschrijving in het huwelijksregister van de gemeente
’s-Gravenhage van de huwelijksakte van:[de man], en [de vrouw], gehuwd op [in] 2008 te [woonplaats], Egypte. Van deze beschikking heeft de man geen hoger beroep ingesteld. De huwelijksakte is op 8 september 2010 ingeschreven. Het hof is, gelet op het voorgaande, van oordeel dat (vooralsnog) sprake is van een rechtsgeldig huwelijk, zodat de rechtbank, nu de gestelde duurzame ontwrichting van het huwelijk niet in geschil is, terecht de echtscheiding tussen partijen heeft uitgesproken. Dat thans een procedure tot nietigverklaring van het huwelijk bij de rechtbank Den Haag loopt, doet aan dit alles niet af
.
Gewone verblijfplaats van de minderjarige
Het toepasselijk recht op het verzoek kinderalimentatie
Kinderalimentatie
Draagkracht van de man
WW-uitkering ontvangt en na die datum waarschijnlijk een bijstandsuitkering zal ontvangen. Dit is als zodanig door de vrouw niet weersproken. Gelet hierop zal het hof er dan ook van uit gaan dat het inkomen van de man ingaande die datum daalt en in ieder geval is gelegen op een bedrag lager dan € 1.250,- per maand. Met ingang van 1 april 2013 is in werking getreden de nieuwe Richtlijn voor de vaststelling van kinderalimentatie van de Werkgroep Alimentatienormen (hierna: nieuwe richtlijn). Door de Werkgroep Alimentatienormen wordt aanbevolen om de behoefte en draagkracht te berekenen volgens de nieuwe rekenwijze als de ingangsdatum van de vaststelling (of wijziging) van de kinderalimentatie ligt vanaf 1 april 2013. Gezien het feit dat er in de draagkracht van de man na 1 april 2013 een wijziging van omstandigheden plaatsvindt, zal het hof ingaande 3 juni 2013, zijnde de datum van die wijziging, toetsen aan de nieuwe richtlijn. In de richtlijn wordt aanbevolen uit te gaan van een minimumdraagkracht van € 25,- per maand voor één kind indien het inkomen lager is dan € 1.250,- per maand. Het hof neemt deze aanbeveling over en zal de door de man te betalen kinderalimentatie ingaande 3 juni 2013 vaststellen op € 25,- per maand.
Het toepasselijk recht op het verzoek partneralimentatie
Het toepasselijk recht op de verdeling van de gemeenschap
Zekerheidsstelling van de proceskosten
7 september 2010 tot 3 juni 2013 op € 71,- per maand en ingaande 3 juni 2013 op € 25,- per maand, wat de na heden te verschijnen termijnen betreft bij vooruitbetaling te voldoen;
mr. Van der Kamp als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
7 augustus 2013.