ECLI:NL:GHDHA:2013:3222
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- M. van Leuven
- A. van Nievelt
- J. van Kempen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot vaststellen omgangsregeling tussen vader en minderjarigen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 10 juli 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van de vader tot het vaststellen van een omgangsregeling met zijn minderjarige kinderen. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. M. Bredius, heeft verzocht om een omgangsregeling, terwijl de moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.C.M. den Ridder-van der Meijden, zich verzet tegen dit verzoek. Het hof heeft in eerdere tussenbeschikkingen partijen verwezen naar Bureau Jeugdzorg voor begeleiding van de omgangscontacten. Ondanks diverse interventies is gebleken dat de minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2], zich verzetten tegen omgang met de vader. Het hof heeft vastgesteld dat het voor de minderjarigen niet verantwoord is om hen te dwingen tot omgang met de vader, gezien de ontwikkelingsbedreiging die dit met zich mee zou brengen. De vader heeft aangegeven dat hij niet verder wil gaan met de omgangsbegeleiding, maar ook dat hij contact wil met zijn kinderen. Het hof concludeert dat de belangen van de minderjarigen zwaarder wegen dan het verzoek van de vader. De bestreden beschikking wordt bekrachtigd, en het verzoek van de vader tot vaststelling van een omgangsregeling wordt afgewezen.