Jeugdzorg is – samengevat – van mening dat zij niet kan voldoen aan de bestreden beschikking. Doordat in de beschikking is opgenomen dat de conclusie ook protocollair moet worden gewijzigd heeft de beschikking volgens Jeugdzorg tot gevolg dat Jeugdzorg een andere conclusie moet nemen dan welke zij daadwerkelijk heeft genomen. Voorts heeft de beschikking het gevolg dat Jeugdzorg/het AMK in de toekomst de conclusie ‘niet bevestigd, niet weerlegd’ niet meer zou mogen gebruiken. Het AMK is tot de conclusie gekomen dat niet duidelijk is geworden wat er nu gebeurd is, hetgeen protocollair wordt omschreven als ‘niet bevestigd en niet weerlegd’. Op verzoek van de man is de conclusie veranderd in ‘niet bevestigd’. Volgens Jeugdzorg is de formulering gewijzigd en niet de conclusie.
Jeugdzorg vindt het te ver gaan dat, ingeval er twijfel bestaat over de vraag of er wel of geen sprake was van kindermishandeling, dit tot gevolg heeft dat Jeugdzorg moet concluderen dat
geensprake is van kindermishandeling. In casu is deze conclusie niet juist omdat die conclusie in strijd is met hetgeen de minderjarige heeft verklaard. Jeugdzorg heeft geen gronden om de minderjarige niet te geloven. Door voortaan alleen te kunnen kiezen voor: ‘ja, er is sprake van kindermishandeling’ of ‘nee, er is geen sprake van kindermishandeling’ worden de mogelijkheden en bevoegdheden van Jeugdzorg/het AMK te veel beperkt. Ook wordt de taakuitoefening van het AMK belemmerd omdat de veiligheidsrisico’s die in AMK-onderzoeken worden vastgesteld onvoldoende kunnen worden benoemd en zo mogelijk aangepakt, meer in het bijzonder in die gevallen waarin het vermoeden niet onomstotelijk kan worden bevestigd, maar waar wel veiligheidsrisico’s voor minderjarigen worden gesignaleerd.
Jeugdzorg betwist dat het bezwaar van de man zich uitsluitend richt tegen de uiteindelijke conclusie van Jeugdzorg en niet tegen de inhoud van het aan de conclusie ten grondslag liggende onderzoek. Het bezwaar van de man richt zich wel degelijk tegen de inhoud van het onderzoek en op elk onderdeel van het dossier. De overweging van de rechtbank hieromtrent kan Jeugdzorg dan ook niet volgen.
Verder weerspreekt Jeugdzorg dat ook zonder de gewraakte conclusie de inhoud van het AMK dossier met nummer [nummer] voldoende recht doet aan het belang van Jeugdzorg. Jeugdzorg blijft er bij dat zij geen andere conclusie kan nemen dan zij heeft gedaan.
Ook kan Jeugdzorg de overweging van de rechtbank waarin, kort samengevat, wordt gesteld dat de man aanvoert dat het vastleggen en kwalificeren van onderzoeksgegevens op een andere voor hem evident minder nadelige wijze kunnen worden verwezenlijkt, niet volgen. De man wilde vernietiging van het dossier dan wel schrapping van de conclusie. Hij wilde een andere, niet juiste kwalificatie, aldus Jeugdzorg.
Ter zitting bij het hof heeft Jeugdzorg – onder meer – gesteld dat op grond van het ‘Protocol van handelen Advies en Meldpunt Kindermishandeling (hierna ook: het Protocol) drie conclusies mogelijk zijn. De man stelt dat het niet noodzakelijk is dat een dossier wordt afgesloten met één van deze conclusies. Jeugdzorg betwist dat. Elk onderzoek dient te worden afgerond met één van deze varianten. Het niet verbinden van een conclusie aan een rapport is volgens Jeugdzorg geen optie en is strijdig met het Protocol. Jeugdzorg stelt voorts maar één belang te hebben en dat is het belang van de minderjarige. De minderjarige heeft belang bij bewaring van een accuraat en volledig dossier. Het zou niet in het belang van de minderjarige zijn als er wordt afgesloten met een conclusie dat geen sprake is van kindermishandeling terwijl de waarheid in het midden is gebleven. Verder is Jeugdzorg bevreesd voor een precedentwerking.
Indien aan Jeugdzorg de mogelijkheid wordt ontnomen om een genuanceerde conclusie te nemen wordt het voor Jeugdzorg onmogelijk om haar werk te verrichten.