Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
de verdachteis geweest die het vuurwerk in de richting van de politieambtenaren [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] heeft gegooid. Het hof heeft daarbij mede in aanmerking genomen dat de verdachte noch tegenover de politie, noch ter terechtzitting in eerste aanleg, noch ter terechtzitting in hoger beroep een verklaring heeft willen afleggen omtrent de hem – ter terechtzitting in hoger beroep: uitvoerig – voorgehouden OVC-gesprekken. Deze gesprekken moeten naar het oordeel van het hof, zeker in samenhang met de inhoud van de verklaringen van eerdergenoemde getuigen, namelijk redengevend worden geacht voor het bewijs en de verdachte heeft, door zich ook ten aanzien van die gesprekken op zijn zwijgrecht te beroepen, ter zake geen redelijke, die redengevendheid ontzenuwende, verklaring gegeven.
opzettelijkin de richting van voornoemde politieambtenaren heeft gegooid, ontleent het hof met name aan
- de verklaring van de getuige [getuige 2], waaruit blijkt dat degene die het vuurwerk heeft gegooid (nagenoeg) onmiddellijk daaraan voorafgaand in dezelfde straat liep als waar de agenten liepen,
- het proces-verbaal van bevindingen van Politie Haaglanden, nr. PL 1534 2011000075, op ambtsbelofte opgemaakt en ondertekend op 27 september 2012 door M. Vink, hoofdagent van politie, waaruit blijkt dat men vanaf de plaats vanwaar het vuurwerk werd gegooid zicht had op de plaats waar de politie-ambtenaren zich bevonden en
- het proces-verbaal van bevindingen van Politie Haaglanden, nr. PL 1534 2011000075-2, op ambtseed respectievelijk ambtsbelofte opgemaakt en ondertekend op 1 januari 2011 door E. van Meerkerk, hoofdagent van politie, en N.O. Kossen, aspirant van politie, onder meer inhoudende dat deze verbalisanten, die samen met onder andere de politieambtenaren [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] op weg waren naar hun dienstvoertuig, zagen dat het vuurwerk gericht naar hen werd gegooid.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden.
de benadeelde partij [benadeelde partij 1]ter zake van het bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 800,00 (achthonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 1 januari 2011 tot aan de dag der algehele voldoening,en veroordeelt de verdachte om dit bedrag met rente tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 800,00 (achthonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade,
vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 1 januari 2011 tot aan de dag der algehele voldoening,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
16 (zestien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
de benadeelde partij [benadeelde partij 2]ter zake van het bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 550,00 (vijfhonderdvijftig euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 1 januari 2011 tot aan de dag der algehele voldoening,en veroordeelt de verdachte om dit bedrag met rente tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 550,00 (vijfhonderdvijftig euro) als vergoeding voor immateriële schade,
vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 1 januari 2011 tot aan de dag der algehele voldoening,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
11 (elf) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.