In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 19 juni 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage. De verdachte was eerder schuldig verklaard aan mishandeling, maar zonder oplegging van straf of maatregel. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 9 juli 2011 te Katwijk, waarbij de verdachte de aangeefster meermalen in het gezicht heeft gestompt, wat leidde tot letsel en pijn. De verdachte heeft in hoger beroep aangevoerd dat hij handelde uit noodweer, omdat hij zich verdedigde tegen een aanval van de aangeefster en haar vriend. Het hof heeft echter geoordeeld dat er geen sprake was van een noodweersituatie, omdat de verdachte niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij zich daadwerkelijk in een situatie bevond waarin hij zijn eigen lijf moest verdedigen tegen een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding. Het hof heeft de verklaring van de aangeefster geloofwaardig geacht en heeft de verdediging van de verdachte verworpen. Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd, maar heeft het bepaald dat er geen straf of maatregel wordt opgelegd, gezien de omstandigheden van de zaak en de relatief geringe ernst van het feit.