Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP
- op 22 februari 2013 een brief van 21 februari 2013 met bijlagen;
- op 18 maart 2013 een faxbericht van diezelfde datum met bijlage;
- op 16 mei 2013 een brief van diezelfde datum met bijlagen;
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat.
HET PROCESVERLOOP IN EERSTE AANLEG EN VASTSTAANDE FEITEN
- de hoofdverblijfplaats van de na te noemen minderjarigen bij de moeder zal zijn;
- een zorg- en contactregeling tussen de vader en de minderjarigen zal gelden, inhoudende dat zij één maal per veertien dagen van donderdag na school tot maandagochtend bij de vader verblijven, en voorts op woensdag na school tot donderdagochtend in de week waarin zij niet van donderdag na school tot maandagochtend bij de vader verblijven. De vakanties en feestdagen verblijven de minderjarigen de helft van deze vakantie- en feestdagen bij de vader, waarbij de ouders vóór afloop van het jaar over het daaropvolgende jaar afspraken dienen te maken over de concrete data;
- de vader aan de moeder met ingang van 1 oktober 2011 een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding ten behoeve van de minderjarigen zal voldoen van € 374,- per kind per maand.
BEOORDELING VAN HET HOGER BEROEP
- de vergoeding inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet van de werkgever van € 3.555,-; deze is met ingang van 1 januari 2013 komen te vervallen;
- het brutosalaris van de vader van € 74.335,- per jaar;
- volgens de aanpassing richtlijn kinderalimentatie (16 november 2012) is het bedoelde besteedbaar inkomen het bruto inkomen (incl. inkomsten uit vermogen) – de bijtelling voor de auto van de zaak en eventuele fiscale voordelen in verband met de eigen woning buiten beschouwing gelaten – verminderd met de daarover verschuldigde premies en belasting en vermeerderd met eventuele heffingskortingen die konden worden verzilverd door de niet-verdienende partner); dit bedraagt € 2.392,79 per maand;
- verhoging van het salaris van de vader met 1,3% in 2013; dit is met 1% verhoogd;
- de WOZ-waarde van € 445.000,-;
- volledige aftrekbare hypothecaire rentelast van de vader (met ingang van 1 mei 2010 heeft hij geen volledige aftrek van de hypothecaire rentelast omdat partijen langer dan twee jaar zijn gescheiden); de moeder heeft tot op heden de helft van de aftrek van de rente op de hypothecaire geldlening ontvangen, hoewel zij weigert de woonlasten te voldoen. De vader voldoet feitelijk de gehele hypotheeklast, maar mag slechts de helft van de lasten opvoeren in de alimentatieberekening en ontvangt slechts de helft van de aftrek van de rente op de hypothecaire geldlening;
- een bijdrage van de nieuwe partner van de man in de woonlasten van € 674,-; de relatie tussen de vader en deze partner is inmiddels beëindigd en daarnaast heeft zij niet bijgedragen aan de woonlasten in de periode van samenwonen (welke overigens zeven maanden heeft geduurd en niet dertien maanden);
- ziektekostenverzekering van € 110,- per maand, en premie aanvullende ziektekostenverzekering van € 20,- per maand; er is thans ook een VPZ verzekering voor een bedrag van € 29,29 per maand;