Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden.
4 (vier) weken.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 19 februari 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Dordrecht. De verdachte, geboren in 1988 en thans gedetineerd, was samen met medeverdachten betrokken bij de voorbereiding van een afpersing en diefstal met geweld. De verdachte werd eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, met aftrek van voorarrest. De tenlastelegging omvatte het voorhanden hebben van wapens en andere middelen die bestemd waren voor het plegen van een misdrijf. Tijdens de zitting in hoger beroep werd door de raadsvrouw van de verdachte betoogd dat er onvoldoende bewijs was voor de bewezenverklaring van de strafbare voorbereidingshandelingen. Het hof oordeelde dat de doorzoeking van de auto van de verdachte onrechtmatig was, maar dat dit niet leidde tot bewijsuitsluiting, omdat de aangetroffen voorwerpen ook op andere wijze gevonden zouden zijn. Het hof achtte het bewezen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de voorbereiding van afpersing en diefstal met geweld, en bevestigde de eerdere veroordeling. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden en de tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf van vier weken werd gelast. Het hof benadrukte de ernst van de feiten en de impact op de veiligheid van de samenleving.