ECLI:NL:GHDHA:2013:2621
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- N. Schaar
- T.W.H.E. Schmitz
- H. van den Heuvel
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel in Heineken-zaak
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 20 juni 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage van 12 maart 2010. De zaak betreft de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel in de zogenaamde Heineken-zaak. De rechtbank had eerder vastgesteld dat het wederrechtelijk verkregen voordeel van de veroordeelde € 2.334.584,- bedroeg en had hem verplicht dit bedrag aan de Staat te betalen. De veroordeelde heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld.
Tijdens de zittingen in hoger beroep op 28 januari en 6 juni 2013 is het hof tot de conclusie gekomen dat de vordering van het openbaar ministerie tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel niet kan worden toegewezen. Het hof heeft vastgesteld dat er een eerder vonnis was gewezen door de rechtbank 's-Gravenhage, waarin de veroordeelde was veroordeeld tot betaling van een bedrag aan Heineken Nederland B.V. Dit bedrag, dat hoger was dan de ontnemingsvordering, diende in mindering te worden gebracht op de ontnemingsvordering.
Het hof heeft de vordering van het openbaar ministerie afgewezen, omdat het civiel toegewezen bedrag hoger was dan de ontnemingsvordering. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan door de vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel af te wijzen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken en is openbaar uitgesproken op de zitting van 20 juni 2013.