Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Zaak-/rolnummer rechtbank : 1258781 RL EXPL 13 - 8650
Arrest d.d. 2 juli 2013
inzake
[appellante],
WONINGSTICHTING HAAG WONEN,
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
en heeft zij evenmin zelf de politie en andere hulpdiensten benaderd teneinde haar hulp te verlenen om [de zoon] de toegang tot de woning te ontzeggen. [appellante] heeft niets naar voren gebracht waaruit blijkt dat zij zelf heeft getracht een einde aan de overlastsituatie te maken dan wel deze overlast te beperken. Dit had wel van [appellante] gevergd mogen worden. Aldus heeft [appellante] zich niet als een goed huurster gedragen op een zodanige manier en over een zo lange periode dat er een grote mate van waarschijnlijkheid is dat de huurovereenkomst wegens deze tekortkomingen van [appellante] in de nakoming ervan ontbonden dient te worden. Op grond hiervan heeft de voorzieningenrechter, die van oordeel was dat een spoedeisend belang aanwezig was, [appellante] veroordeeld tot ontruiming van de woning binnen zeven dagen na betekening van het vonnis.
Van [appellante] (als huurster en moeder van [de zoon]) mag gevergd worden dat zij al het mogelijke doet om deze overlast voor de omwonenden te beperken. Haag Wonen kan dit in de gegeven situatie niet alleen doen en heeft daarbij de inzet van huurster nodig. Die ontbreekt, althans is uitermate gering gebleken.
Tenminste kan gevergd worden dat [appellante] bij herhaald schreeuwen en bonken van [de zoon] de politie belt, althans tenminste een van haar zes in Den Haag wonende kinderen belt om de politie te benaderen. De stelling dat [appellante] zelf geen telefoonnummer kan intoetsen is in dit verband ontoereikend, omdat niet valt in te zien waarom zij met ingeprogrammeerde nummers niet een van haar kinderen zou kunnen bereiken. Evenmin is aannemelijk geworden dat de politie ‘niets doet’ als [appellante] in zo’n situatie de hulp van de politie inroept. [appellante] heeft niet onderbouwd dat en wanneer zo’n situatie zich concreet heeft voorgedaan.
Hier komt bij dat [appellante] in het verleden (in ieder geval in 2012 tenminste twee keer) gedurende langere tijd in Turkije is geweest zonder dat zij enige maatregel had getroffen (bijvoorbeeld het waarschuwen van Haag Wonen) om te voorkomen dat [de zoon] in die periodes in de woning aanwezig was. Aannemelijk is geworden dat [de zoon] gedurende die periodes in de woning heeft verbleven en voor overlast heeft gezorgd.
Beslissing
Het hof:
- bekrachtigt het bestreden vonnis;
- veroordeelt [appellante] in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van Haag Wonen tot op heden begroot op € 683,-- aan verschotten en € 894,-- aan salaris advocaat.