In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 17 april 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verhaalsbijdrage die de man moet betalen aan de gemeente Den Haag. De man was in hoger beroep gekomen van een beschikking van de rechtbank 's-Gravenhage, waarin was bepaald dat hij € 425,- per maand moest betalen voor de kosten van bijstand aan de moeder van zijn minderjarige kind, Mandy Michelle van Osch. De man stelde dat hij door zijn schuldenlast niet in staat was om deze bijdrage te voldoen en verzocht het hof om de beschikking te vernietigen en de bijdrage lager vast te stellen of pas later te laten ingaan.
De gemeente verweerde zich tegen het verzoek van de man en stelde dat hij voldoende draagkracht had om de verhaalsbijdrage te voldoen. Het hof heeft de feiten van de rechtbank overgenomen, aangezien daartegen in hoger beroep niet was opgekomen. Het hof overwoog dat alle schulden van invloed zijn op de draagkracht van de onderhoudsplichtige en dat het niet vereist is dat op de schuld wordt afgelost om deze in aanmerking te nemen.
Na beoordeling van de financiële situatie van de man, die rond bijstandsniveau lag, en zijn aanzienlijke schuldenlast, concludeerde het hof dat de man geen draagkracht had om enige verhaalsbijdrage te voldoen. Het hof vernietigde de bestreden beschikking en wees het verzoek van de gemeente af. Deze uitspraak benadrukt het belang van de schuldenlast in relatie tot de draagkracht bij het vaststellen van verhaalsbijdragen in het civiele recht.