ECLI:NL:GHDHA:2013:1966

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
16 juli 2013
Publicatiedatum
23 juni 2013
Zaaknummer
200.122.532-01
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurwoning en voorwaardelijke ontruiming in schikkingsarrest

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Den Haag diende, gaat het om een hoger beroep van appellanten [appellante sub 1] en [appellant sub 2] tegen een vonnis van de rechtbank Dordrecht van 25 oktober 2012. De zaak betreft een huurwoning die [appellante sub 1] huurt van Stichting TRIVIRE. Er is een huurachterstand ontstaan, waarop Trivire zowel [appellante sub 1] als [appellant sub 2] heeft gedagvaard. De rechtbank heeft in het vonnis van 25 oktober 2012 de huurovereenkomst ontbonden en ontruiming gelast, uitvoerbaar bij voorraad. Appellanten zijn in hoger beroep gekomen, waarbij een comparitie van partijen heeft plaatsgevonden op 5 juni 2013. Tijdens deze comparitie is een schikking getroffen over het inlopen van de huurachterstand en de voorwaarden voor een voorwaardelijke ontbinding en ontruiming.

Het hof heeft vastgesteld dat er sprake is van een huurachterstand, maar dat deze inmiddels voor een groot deel is ingelopen. De vordering van Trivire met betrekking tot de voorwaardelijke ontbinding en ontruiming is door het hof toegewezen, met de nuance dat er ten minste een achterstand van twee maanden moet zijn voordat Trivire tot ontruiming kan overgaan. Het hof heeft het eerdere vonnis van de rechtbank vernietigd en de voorwaarden voor de ontruiming aangepast. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling Civiel recht
Zaaknummer : 200.122.532/01
Rolnummer rechtbank : 298803 CV EXPL 12-3274

Arrest van 16 juli 2013

inzake
1.
[…],
wonende te [woonplaats ],
hierna te noemen: [appellante sub 1], en
2.
[…],
in zijn hoedanigheid van bewindvoerder in de
onderwindstelling van appellante sub 1,
wonende te [woonplaats ],
hierna te noemen: [appellant sub 2],
appellanten,
advocaat: mr. A. Apistola te Zwijndrecht,
tegen

Stichting TRIVIRE,

gevestigd te Dordrecht,
geïntimeerde,
hierna te noemen: Trivire,
advocaat: mr. E.J.P. Nolet te Den Haag.

Het geding

Bij exploot van 24 januari 2013 zijn [appellante sub 1] en [appellant sub 2] in hoger beroep gekomen van het vonnis van 25 oktober 2012, door de rechtbank Dordrecht, sector kanton, locatie Dordrecht, gewezen tussen partijen. Bij tussenarrest van 9 april 2013 is een comparitie van partijen gelast. Deze is gehouden op 5 juni 2013. Hiervan is proces-verbaal opgemaakt, welk proces-verbaal is aangehecht aan dit arrest. Partijen hebben vervolgens arrest gevraagd, waarbij zij geacht zijn de memorie van grieven en de memorie van antwoord genomen te hebben, een en ander zoals in het proces-verbaal van de comparitie nader omschreven.

Beoordeling van het hoger beroep

1.
Zeer kort weergegeven en voor zover thans nog van belang, gaat het geschil om het volgende.
1.1 Ten aanzien van [appellante sub 1] is sinds 22 april 2010 sprake van beschermingsbewind in de zin van artikel 1: 431 BW. [appellant sub 2] is benoemd tot bewindvoerder van [appellante sub 1] (ex artikel 1: 435 BW).
1.2 [appellante sub 1] huurt van Trivire de woning aan de [A-straat 1] te [plaats] (hierna ook: de woning). Er is een huurachterstand ontstaan. Trivire heeft zowel [appellante sub 1] als [appellant sub 2] gedagvaard voor de kantonrechter te Dordrecht, met vorderingen voor zover thans nog van belang, tot (i) tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning, (ii) betaling van de huurachterstand, met rente en kosten.
1.3 Naar aanleiding hiervan heeft op 22 oktober 2012 een comparitie ten overstaan van de kantonrechter plaatsgevonden, waarbij een schikking ten aanzien van met name het inlopen van de huurachterstand tot stand is gekomen tussen Trivire en de advocaat van [appellante sub 1]. De bewindvoerder was hierbij niet betrokken. Tevens heeft de kantonrechter in verband hiermee op 25 oktober 2012 het thans bestreden vonnis gewezen, waarin voormelde schikking is geïncorporeerd en waarbij de ontbinding van de huurovereenkomst is uitgesproken en de ontruiming is gelast,
echter alléén voor het geval [appellante sub 1] na sommatie de in de schikking van 22 oktober 2012 weergegeven betalingsverplichtingen niet nakomt;dit alles uitvoerbaar bij voorraad.
1.4 Bij vonnis in kort geding van 4 juni 2013 heeft de voorzieningenrechter in de rechtbank Rotterdam de tenuitvoerlegging van genoemd vonnis van 25 oktober 2012 geschorst totdat in hoger beroep door het hof uitspraak is gedaan. De voorzieningenrechter heeft daartoe overwogen dat er voorshands van moet worden uitgegaan dat er sprake is van een juridische misslag, nu [appellante sub 1], noch haar advocaat bevoegd was om zonder de bewindvoerder een schikking aan te gaan. De voorzieningenrechter heeft daarbij ten overvloede overwogen dat Trivire ter comparitie wist dat er een bewindvoerder was die niet op de hoogte was van de comparitie en die ook niet betrokken was bij de schikking van 22 oktober 2012.
Beoordeling van het hoger beroep
2.
Op 5 juni 2013 heeft in hoger beroep een comparitie plaatsgevonden. Bij die comparitie was de bewindvoerder [appellant sub 2] aanwezig die ten behoeve van [appellante sub 1] een schikking heeft getroffen met Trivire over het inlopen van de huurachterstand en de kosten, de voortzetting van de huur alsmede over een (slechts) voorwaardelijke ontbinding en ontruiming. Verwezen wordt hiertoe naar het aangehechte proces-verbaal van deze zitting. Partijen hebben het hof gevraagd om nog arrest te wijzen met betrekking tot de overeengekomen voorwaardelijke ontbinding en ontruiming onder de ter comparitie overeengekomen voorwaarden (zie 4 en 5 van de schikking van 5 juni 2013, zoals weergegeven in het proces-verbaal).
3.
Niet in geschil is dat er sprake is van een huurachterstand. Deze huurachterstand is inmiddels voor een groot deel ingelopen. Over het restant ervan (plus kosten) zijn op 5 juni 2013 betalingsafspraken gemaakt (kort gezegd, een aflossing met € 30,-- per maand). Tevens is aan het hof een voorwaardelijke ontruimingstitel gevraagd, dit overeenkomstig de vaststellingsovereenkomst van die datum. De regeling van 22 oktober 2012 en het daarmee verband houdende vonnis van 25 oktober 2012 van de kantonrechter zijn reeds hierom niet meer aan de orde.
4.
De (op 5 juni 2013 verminderde) vordering van Trivire met betrekking tot de voorwaardelijke ontbinding en ontruiming, onder de voorwaarden zoals weergegeven in het aangehechte proces-verbaal van 5 juni 2013, zal als door appellanten niet weersproken worden toegewezen in voege als na te melden. Het hof zal op gronden van de redelijkheid en billijkheid de voorwaarden enigszins nuanceren, en wel in dier voege dat er tenminste een achterstand dient te zijn van twee maanden voordat door Trivire tot ontruiming kan worden overgegaan. Dit betekent dat het bestreden vonnis zal worden vernietigd en als volgt zal worden beslist. Een beslissing over de proceskosten kan achterwege blijven, nu daarin reeds bij de vaststellingsovereenkomst van 5 juni 2013 is voorzien.

Beslissing

Het hof:

vernietigt het tussen partijen gewezen vonnis van de rechtbank Dordrecht van 25 oktober 2012, en
opnieuw rechtdoende:
ontbindt de tussen partijen bestaande huurovereenkomst met betrekking tot de woning en veroordeelt [appellante sub 1] om de woning binnen twee weken na betekening van dit arrest, met alle zich daarin bevindende personen en/of zaken te ontruimen en te verlaten en onder afgifte van de sleutels aan Trivire ter beschikking te stellen, indien en zodra aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
- [appellante sub 1] is na sommatie ten minste twee maanden in gebreke met de afgesproken aflossingsverplichting van € 30,-- per maand; en/of- [appellante sub 1] is na sommatie ten minste twee maanden in gebreke met de betaling van de maandelijkse huur; èn- er is geen sprake van een minnelijke schuldregeling dan wel toepassing van de WSNP;
verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit arrest is gewezen door mrs. M.A.F. Tan-de Sonnaville, M.J. van der Ven en
A.E.A.M. van Waesberghe en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 juli2013 in aanwezigheid van de griffier.