In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 12 juni 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van twee minderjarigen. De moeder van de minderjarigen heeft hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de kinderrechter van 17 december 2012. De William Schrikker Stichting (WSS) heeft als verweerster opgetreden. De moeder en haar grootmoeder waren aanwezig bij de zitting, maar de pleegouders van de minderjarigen zijn niet verschenen. De raad voor de kinderbescherming heeft laten weten niet ter zitting te verschijnen. Het hof heeft de feiten vastgesteld zoals die door de kinderrechter zijn vastgesteld, en heeft geoordeeld dat de wettelijke gronden voor de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing nog steeds aanwezig zijn. De moeder heeft verzocht om de bestreden beschikking te vernietigen en om een omgangsregeling vast te stellen, maar het hof heeft dit verzoek afgewezen. Het hof heeft geconcludeerd dat de moeder onvoldoende inzicht heeft in de situatie van de minderjarigen en dat de WSS noodzakelijk is voor hun ontwikkeling. De bestreden beschikking is bekrachtigd, en de proceskosten zijn gecompenseerd.