Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 18 juni 2013
Atuserve Bemiddeling B.V.,
Horeca Flexbureau B.V.,
Het geding
Beoordeling
Lof ! Hospitality Concepts” aan het adres “
Ginnekenweg 352, 4835 NM Breda”, die alle zijn betaald. Door Hospitality zijn acht facturen gestuurd aan zowel “
Lof ! Hospitality Concepts”, “
LOF! Hospitality Catering Concepts” als aan “
Lof Catering”, steeds naar het hiervoor genoemde adres, welke facturen onbetaald zijn gebleven. Uit een uittreksel uit het handelsregister d.d. 16 juni 2010 blijkt dat LOF! Breda kantoor houdt aan het hiervoor genoemde adres te Breda.
e-mailwisseling plaatsgevonden tussen Horecaflex en de heer S(ander) Faasen (hierna: Faasen). In de van Faasen afkomstige e-mails is een logo weergegeven met daarin in een omsloten kader de tekst: “
LOF!”en daaronder, buiten het kader:
“HOSPITALITYCONCEPTS”, en direct daar weer onder in gewone tekst: “
LOF! is een handelsnaam van LKC Beheer B.V.”. De e-mails van Faasen werden steeds verstuurd van een e-mailadres met daarin @aandeklus.nl of @lofhospitality.nl.
Lof! Catering, T.a.v. Dhr.[Y]” aan het adres “
Nijverheidsweg 30, 3341 LJ HENDRIK IDO AMBACHT”, terwijl in die opdrachtbevestiging als opdrachtgever is vermeld: “”
Lof! Catering”. Op laatstgenoemd adres te Hendrik Ido Ambacht houdt LKC Beheer kantoor.
handelsregisterhistorie” van 9 december 2010 is vermeld dat “
LOF! Hospitality Concepts B.V.” in de periode van 14 april 2009 tot 17 maart 2010 de statutaire naam was van Atuserve Bemiddeling en in de “
functionarisgegevens uitgetreden fuctionarissen rechtspers.” van dezelfde datum is vermeld dat [Y] van
13 mei 2009 tot 1 september 2009 enig bestuurder van die vennootschap was.
Incidentele vordering ex art. 335 lid 2 Rv
beroepsoplichters”, en is de vrees gegrond dat na afloop van het hoger beroep, ervan uitgaande dat het eindvonnis wordt bekrachtigd, er geen verhaal mogelijk is. Volgens geïntimeerden is de vrees voor een faillissement van Atuserve Bemiddeling niet uit de lucht gegrepen. Geïntimeerden komen tot de slotsom dat Atuserve Bemiddeling onredelijk gebruik maakt van de tijd die gepaard gaat met het hoger beroep, met als uiteindelijk doel dat zij hun vorderingen nimmer betaald zullen krijgen.
beroepsoplichters” zijn, zoals geïntimeerden stellen, is op voorhand onvoldoende aannemelijk gemaakt. Of daarvoor feitelijke grondslag bestaat zal in hoger beroep moeten worden beoordeeld. In eerste aanleg is die stelling ten aanzien van [Y], LKC Beheer, L&F en LOF! Breda door de rechtbank verworpen.
art. 6 EVRM, en daarover een inhoudelijk oordeel te krijgen, is van wezenlijk groter gewicht dan het belang van geïntimeerden bij toepassing van art. 335 lid 2 Rv om (op dit moment) zekerheid voor de nakoming van het bestreden vonnis te krijgen.
Verdere beoordeling van het hoger beroep
Lof! Hospitality Concepts” en “
Lof Catering” (inleidende dagvaarding sub 1). Voor zover geïntimeerden daarmee beogen te stellen dat zij er op mochten vertrouwen en ook op vertrouwden te handelen met LOF! Hospitality Concepts
B.V.(de statutaire naam van Atuserve Bemiddeling tot 17 maart 2010) gaat het hof daaaraan voorbij, om de navolgende redenen.
LOF!”een handelsnaam is van LKC Beheer B.V. (zie r.o. 5). In eerste aanleg heeft LKC Beheer B.V. die mededeling als juist erkend (conclusie van antwoord sub 8). Die mededeling, gelezen in combinatie met de woorden
“HOSPITALITYCONCEPTS”, geeft onvoldoende grond voor het vertrouwen dat Faasen namens LOF! Hospitality Concepts B.V. handelde. Sterker, die mededeling suggereert eerder dat Faasen namens LKC Beheer B.V. handelde.
het is niet ongebruikelijk en onmogelijk dat gegevens in het handelsregister [met] terugwerkende kracht worden aangepast” en “
[w]eellicht dat nog exact kan worden achterhaald wanneer de wijzigingen aan het handelsregister zijn doorgegeven en zijn verwerkt”. Het hof gaat aan die suggestie voorbij, nu deze onvoldoende is onderbouwd en geconcretiseerd. Het had op de weg van geïntimeerden gelegen (art. 150 Rv) om - bijvoorbeeld - aan de hand van het (papieren) dossier van het handelsregister tot een onderbouwing te komen. Dat is niet gebeurd.
LOF!”. Op basis van - onder meer - die verwarring hebben zij het betoog ontwikkeld dat [Y] en die vennootschappen moeten worden vereenzelvigd dan wel op grond van onrechtmatige daad aansprakelijk moeten worden gehouden voor de facturen (inleidende dagvaarding sub 1, 7 en 9). Geïntimeerden hebben toen niet gesteld dat zij er op mochten vertrouwen dat door Lof! Hospitality Concepts B.V. aan [Y] en/of Faasen een toereikende volmacht was verleend. Eerst in hoger beroep is (ook) die laatste stelling ingenomen, en wel met de onderbouwing dat Atuserve Bemiddeling ten tijde van de opdrachtverleningen nog de naam “
LOF! Hospitality Concepts B.V.”had en dat geïntimeerden alle opdrachten kregen vanaf het emailadres “
info@lofhospitality.nl” met als digitale handtekening “
LOF! Hospitality Concepts” (memorie van antwoord sub 10). Daaraan is toegevoegd dat er mede door Lof! Hospitality Concepts B.V. “
dusdanige verwarring is veroorzaakt dat [Horeca Flex] erop mocht vertrouwen dat de opdrachten door LOF! Hospitality Concepts (B.V.) […] zijn gegeven” (memorie van antwoord p. 7). Echter, niet inzichtelijk wordt gemaakt hoe in het licht van die verwarring er bij geïntimeerden (toch) het vertrouwen is en mocht ontstaan dat door Lof! Hospitality Concepts B.V. aan [Y] en/of Faasen een toereikende volmacht was verleend. Een toelichting was geboden nu de gestelde verwarring - minst genomen - op gespannen voet staat met het (eveneens) gestelde vertrouwen.
LOF! Hospitality Concepts” in enigerlei vorm (e-mails, digitale handtekening, visitekaartje van [Y] etc.), in de communicatie met geïntimeerden door toedoen van Lof! Hospitality Concepts B.V. heeft plaatsgevonden. Evenmin is gebleken dat Lof! Hospitality Concepts B.V. wist of moest weten van die communicatie, of de context waarin deze plaatsvond. Dit geldt ook als juist is dat de directeur van Lof! Hospitality Concepts B.V. met [Y] samenwerkt of heeft samengewerkt. Hierbij is van belang dat er in bedoelde communicatie (over en weer) ook de nodige andere (handels)namen zijn gebruikt. Tevens is van belang dat geïntimeerden stellen dat er vier facturen wel zijn betaald (zie r.o. 4), maar gesteld noch gebleken is dat die betalingen door of namens Lof! Hospitality Concepts B.V. zijn gedaan.
zoals gebruikelijk in de uitzendbranche […] opdrachten snel [worden] gegeven”, zo al juist, niet tot een ander oordeel.
Beslissing
- wijst de vorderingen van geïntimeerden af;
- veroordeelt geïntimeerden tot terugbetaling aan Atuserve Bemiddeling van al hetgeen zij ter uitvoering van het vonnis van 21 december 2011 aan geïntimeerden heeft betaald, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de datum van betaling tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt geïntimeerden in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van Atuserve Bemiddeling tot op heden begroot op € 82,17 kosten exploot, € 1.815,-- aan griffierecht en € 1.788,-- aan salaris advocaat;
- verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad.