In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 8 mei 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep over naheffingsaanslagen in de loonbelasting en premie volksverzekeringen die aan [X] B.V. zijn opgelegd. De naheffingsaanslagen betroffen de jaren 2006 tot en met 2010 en waren gerelateerd aan het privégebruik van een auto die door de belanghebbende aan haar bestuurder [A] ter beschikking was gesteld. De zaak draait om de vraag of de kilometers die [A] naar racecircuits heeft gereden met de auto van de zaak als zakelijk of privé moeten worden aangemerkt. De belanghebbende sponsorde het racingteam van [A], die als coureur actief was in de autosport. Het Hof oordeelde dat het privé-karakter van de verreden kilometers volstrekt overheersend was en dat er geen zakelijk karakter aan de ritten kon worden toegekend. De rechtbank had eerder de beroepen van de belanghebbende ongegrond verklaard, en het Hof bevestigde deze uitspraak. De belanghebbende had niet aangetoond dat de ritten naar de circuits zakelijke ritten waren, en de naheffingsaanslagen werden terecht opgelegd. Het Hof concludeerde dat de Inspecteur voldoende had gemotiveerd waarom de correctie op het privégebruik van de auto noodzakelijk was, en dat de belanghebbende in alle fasen van de procedure in staat was geweest haar belangen te verdedigen.