ECLI:NL:GHARN:2012:BY9106
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- G.J. Rijken
- R. Krijger
- M.A.J.S. de Vries Robbé-de Roy van Zuydewijn
- Rechtspraak.nl
Benoeming van een bijzondere curator in een echtscheidingszaak met minderjarigen
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 8 november 2012, is een verzoek tot benoeming van een bijzondere curator ingediend in het kader van een echtscheiding tussen de ouders van vier minderjarige kinderen. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.J.C. Engels, heeft in hoger beroep de beschikking van de rechtbank Zutphen van 29 mei 2012 aangevochten, waarin de ondertoezichtstelling van de kinderen was verlengd. De vader, vertegenwoordigd door mr. M. van Harskamp, en de stichting, vertegenwoordigd door Bureau Jeugdzorg Gelderland, hebben verweer gevoerd tegen dit verzoek. De kinderen, die zich niet gehoord en onveilig voelden bij de stichting, hebben zelf verzocht om de benoeming van een bijzondere curator, wat door zowel de moeder als de vader werd ondersteund.
Het hof heeft in zijn overwegingen de parlementaire geschiedenis van artikel 1:250 BW geraadpleegd, waaruit blijkt dat de benoeming van een bijzondere curator in scheidings- en omgangszaken is bedoeld om de stem van het kind te laten horen en een bemiddelende rol te vervullen. Het hof oordeelde dat er sprake was van een wezenlijk conflict tussen de kinderen en de stichting, en dat de benoeming van een bijzondere curator noodzakelijk was in het belang van de minderjarigen. De bijzondere curator, mw. mr. F.J. Bosma, werd benoemd om de kinderen zowel in als buiten rechte te vertegenwoordigen en te begeleiden.
Het hof heeft de moeder opgedragen om binnen een week na de beschikking een afschrift van de processtukken aan de bijzondere curator ter beschikking te stellen. De kosten van het geding werden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten droeg. Deze beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.