GERECHTSHOF ARNHEM
sector civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.042.314
(zaaknummer rechtbank 551183)
arrest van de derde kamer van 16 oktober 2012
de rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
FNV Bondgenoten,
gevestigd te Utrecht,
appellante in het principaal hoger beroep,
geïntimeerde in het incidenteel hoger beroep,
advocaat: mr. A.A.M. Broos,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Teijin Aramid B.V.,
gevestigd te Arnhem,
geïntimeerde in het principaal hoger beroep,
appellante in het incidenteel hoger beroep,
advocaat: mr. I.M.C.A. Reinders Folmer.
1. Het geding in eerste aanleg
Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van de vonnissen van 23 februari 2009 en 8 juni 2009 die de kantonrechter (rechtbank Arnhem, sector kanton, locatie Arnhem) tussen appellante (hierna ook te noemen: FNV Bondgenoten) als eiseres en geïntimeerde (hierna ook te noemen: Teijin Aramid) als gedaagde heeft gewezen.
2. Het geding in hoger beroep
2.1 FNV Bondgenoten heeft bij exploot van 4 september 2009 Teijin Aramid aangezegd van voornoemd vonnis van 8 juni 2009 in hoger beroep te komen, met dagvaarding van Teijin Aramid voor dit hof.
2.2 Bij memorie van grieven heeft FNV Bondgenoten vier grieven tegen het bestreden vonnis aangevoerd en toegelicht, heeft zij haar eis gewijzigd, bewijs aangeboden en nieuwe producties in het geding gebracht. Zij heeft gevorderd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen voor zover daarbij de vorderingen van FNV Bondgenoten zijn afgewezen en, opnieuw recht doende, met aanvulling en verbetering van de rechtsgronden de gewijzigde vorderingen van FNV Bondgenoten alsnog zal toewijzen, met veroordeling van Teijin Aramid in de kosten van de procedure in beide instanties. Na de wijziging van eis in hoger beroep vordert FNV Bondgenoten, dat het hof, voor zover mogelijk bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard arrest:
A. voor recht zal verklaren dat Teijin Aramid niet gerechtigd was om de regeling tot betaling van bijdragen in de ziektekostenpremies van haar gepensioneerden met ingang van 1 januari 2006 te beëindigen;
en dat het hof Teijin Aramid zal veroordelen:
B. tot nakoming ten aanzien van alle werknemers die voor 1 januari 2006 bij Teijin Aramid in dienst waren van de bij Teijin Aramid geldende regeling tot betaling van bijdragen in de ziektekostenpremies van ex-werknemers van Teijin Aramid, die vanuit hun dienstverband met Teijin Aramid met (pre)pensioen zijn gegaan en zullen gaan, dan wel gebruik hebben gemaakt, dan wel zullen maken van de Wachtgeld-regeling en/of SUT-regeling en die zijn blijven deelnemen aan de collectieve ziektekostenverzekering van Teijin Aramid, in de zin dat Teijin Aramid gehouden is om aan hen, met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2006, dan wel vanaf het later gelegen moment van hun pensionering bijdragen in de ziektekostenpremies te betalen, waarbij de bijdragen gelijk dienen te zijn aan 50% van de voor hen en hun eventuele aan de collectieve ziektekostenverzekering deelnemende partners en kinderen geldende nominale ziektekostenpremie voor de basisverzekering en de aanvullende modules, dan wel bijdragen als het hof juist acht, een en ander op verbeurte van een dwangsom van € 5.000,- per dag voor elke dag dat Teijin Aramid na betekening van het in deze zaak te wijzen arrest in gebreke blijft hieraan te voldoen;
C. om aan iedere (pre)gepensioneerde, Wachtgeld-gerechtigde of SUT-gerechtigde een inzichtelijk overzicht te verstrekken van de sinds 1 januari 2006, dan wel vanaf de latere ingangsdatum van hun (pre)pensioen, Wachtgeld- of SUT-uitkering achterstallige bijdragen in de ziektekostenpremies, alsmede tot betaling aan hen van de wettelijke rente over de achterstallige bijdragen vanaf de vervaldata tot aan de datum der algehele voldoening, een en ander op verbeurte van een dwangsom van € 250,- per dag voor elke dag dat Teijin Aramid vanaf één maand na betekening van het in deze zaak te wijzen arrest hiermee in gebreke blijft;
D. in de kosten van het geding in eerste aanleg en hoger beroep.
2.3 Bij memorie van antwoord heeft Teijin Aramid de grieven bestreden en heeft zij bewijs aangeboden. Zij heeft geconcludeerd dat het hof, voor zover mogelijk bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard arrest, (het hof begrijpt:) FNV Bondgenoten niet-ontvankelijk zal verklaren in haar vorderingen in hoger beroep, althans de vorderingen van FNV Bondgenoten in hoger beroep zal afwijzen als ongegrond en/of onbewezen, met veroordeling van FNV Bondgenoten in de kosten van de procedure in beide instanties.
2.4 Bij dezelfde memorie heeft Teijin Aramid incidenteel hoger beroep ingesteld tegen het vonnis, heeft zij daartegen vier grieven aangevoerd en toegelicht en heeft zij bewijs aangeboden. Zij heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep gedeeltelijk zal vernietigen conform de daartegen door Teijin Aramid aangevoerde grieven in incidenteel appel en opnieuw recht doende FNV Bondgenoten alsnog in haar vorderingen niet-ontvankelijk zal verklaren, althans deze als ongegrond en/of onbewezen zal afwijzen, met veroordeling van FNV Bondgenoten in de kosten van de procedure in beide instanties.
2.5 Bij memorie van antwoord in het incidenteel hoger beroep heeft FNV Bondgenoten verweer gevoerd en geconcludeerd dat het hof het incidenteel appel van Teijin Aramid zal verwerpen, met veroordeling van Teijin Aramid in de kosten van het incidenteel appel. Daarbij heeft FNV Bondgenoten drie nieuwe producties overgelegd.
2.6 Ter zitting van 21 oktober 2011 hebben partijen de zaak doen bepleiten, FNV Bondgenoten door mr. A.A.M. Broos, advocaat te Utrecht, en Teijin Aramid door mr. P.M. Klinckhamers, advocaat te Amsterdam; beiden hebben daarbij pleitnotities in het geding gebracht.
2.7 Vervolgens heeft Teijin Aramid de stukken voor het wijzen van arrest aan het hof overgelegd en heeft het hof arrest op één dossier bepaald.
Het hof gaat in hoger beroep uit van de feiten zoals beschreven onder het kopje “de feiten” van het bestreden vonnis van 8 juni 2009.
4. De motivering van de beslissing in het principaal en het incidenteel hoger beroep
4.1 Teijin Aramid betaalde tot 1 januari 2006 aan particulier verzekerde werknemers die deelnamen aan de collectieve ziektekostenverzekering 50% van de ziektekostenpremie en aan de werknemers die via het Ziekenfonds verzekerd waren 50% van de premie voor de collectieve aanvullende verzekeringen van zowel verzekerden als hun kinderen. Teijin Aramid heeft ook na het (pre)pensioen van medewerkers op gelijke wijze een bijdrage in de ziektekostenverzekering uitgekeerd, voor zover deze medewerkers bleven deelnemen aan de collectieve ziektekostenverzekering. Op 1 januari 2006 is de Zorgverzekeringswet (Zvw) in werking getreden, waardoor het onderscheid tussen particulier verzekerden en via het Ziekenfonds verzekerden is komen te vervallen. Teijin Aramid heeft de bijdrageregeling met ingang van 1 januari 2006 gewijzigd met betrekking tot degenen die er voordien gebruik van maakten. Teijin Aramid heeft een overgangsregeling voor de gepensioneerde werknemers ingesteld waarbij de bijdrage werd afgebouwd in de jaren 2006 tot en met 2009. Voor de gepensioneerde werknemers die vóór 1 januari 2006 geen gebruik maakten van de bijdrageregeling, is geen overgangsregeling getroffen.
4.2 FNV Bondgenoten heeft in eerste aanleg, na wijziging van eis, op grond van artikel 3:305 van het Burgerlijk Wetboek (BW) - kort gezegd - een verklaring voor recht gevorderd dat Teijin Aramid niet gerechtigd was om die bijdrageregeling te wijzigen, dat Teijin Aramid wordt veroordeeld om de regeling alsnog met terugwerkende kracht na te komen ten aanzien van ge(pre)pensioneerden, wachtgelders en SUT-gerechtigden die zijn blijven deelnemen aan de collectieve ziektekostenverzekering van Teijin Aramid, onder verbeurte van een dwangsom, en gevorderd dat Teijin Aramid wordt veroordeeld om aan deze ex-werknemers een overzicht te verstrekken van de achterstallige bijdragen en dat Teijin Aramid wordt veroordeeld om de wettelijke rente over de achterstallige bijdragen te voldoen, eveneens onder verbeurte van een dwangsom, met veroordeling van Teijin Aramid in de kosten van het geding.
4.3 Bij het bestreden vonnis heeft de kantonrechter - kort gezegd - de vorderingen van FNV Bondgenoten toegewezen voor zover het de werknemers van Teijin Aramid betreft die vóór 1 januari 2006 met (pre)pensioen zijn gegaan, dan wel gebruik hebben gemaakt van de Wachtgeldregeling en/of SUT-regeling en zijn blijven deelnemen aan de collectieve ziektekostenverzekering van Teijin Aramid, en de vorderingen betreffende de overige werknemers afgewezen. De kantonrechter heeft de proceskosten gecompenseerd. Tegen dit vonnis heeft FNV Bondgenoten hoger beroep ingesteld. Teijin Aramid heeft incidenteel hoger beroep ingesteld.
4.4 FNV Bondgenoten heeft in hoger beroep haar eis gewijzigd. Anders dan in eerste aanleg vordert zij in hoger beroep een verklaring voor recht dat Teijin Aramid niet gerechtigd was om de desbetreffende regeling te beëindigen (in plaats van te wijzigen) en zij vordert aanvullend nakoming van de regeling door Teijin Aramid voor alle werknemers die vóór 1 januari 2006 bij Teijin Aramid in dienst waren, vanaf het moment dat zij met (pre)pensioen gaan, dan wel gebruik maken van de Wachtgeld-regeling en/of SUT-regeling, wanneer zij blijven deelnemen aan de collectieve ziektekostenverzekering van Teijin Aramid.
ontvankelijkheid vordering FNV
4.5 Teijin Aramid voert in haar eerste grief in het incidenteel hoger beroep aan dat de vorderingen van FNV Bondgenoten zich niet lenen voor een collectieve actie. Bij de beoordeling van die grief stelt het hof voorop dat op grond van artikel 3:305a BW de ingestelde rechtsvordering dient te strekken tot bescherming van gelijksoortige belangen van andere personen. Aan die eis is voldaan wanneer de belangen ter bescherming waarvan de rechtsvordering strekt, zich lenen voor bundeling, zodat een efficiënte en effectieve rechtsbescherming ten behoeve van de belanghebbende wordt bevorderd.
4.6 Naar het oordeel van het hof is in de onderhavige zaak aan bovengenoemde eis voldaan. De vorderingen van FNV Bondgenoten strekken immers tot het nakomen van een regeling, dan wel toezeggingen van Teijin Aramid aan ge(pre)pensioneerden die (blijven) deelnemen aan de collectieve ziektekostenverzekering van Teijin Aramid, tot betaling van een bijdrage in de kosten van een particuliere zorgverzekering, dan wel van een aanvullende zorgverzekering. Door Teijin Aramid wordt niet betwist, dat de bijdrage telkens 50% van de totale kosten van de desbetreffende verzekering bedroeg en dat deze door Teijin Aramid voor alle (oud-)medewerkers is stopgezet bij de invoering van de Zvw. Daarmee is naar het oordeel van het hof sprake van gelijksoortige belangen die zich voor bundeling lenen. Aan dat oordeel doet niet af, dat de concrete bijdrage van Teijin Aramid per (oud-)medewerker verschillend kan zijn. FNV Bondgenoten, waarvan ook in hoger beroep niet in geschil is dat zij de belangen van de (ex)werknemers ingevolge haar statuten behartigt, kan worden ontvangen in haar vorderingen. De eerste grief van Teijin Aramid in het incidenteel hoger beroep faalt.
4.7 Teijin Aramid heeft bij conclusie van dupliek in eerste aanleg (zie punt 7) en bij memorie van antwoord in hoger beroep (zie, het hof begrijpt, punt 11) nog aangevoerd dat de nieuwe structuur ten aanzien van de door Teijin Aramid te vergoeden ziektekostenpremie is overeengekomen met de vakverenigingen, waaronder FNV Bondgenoten. Deze nieuwe vergoedingsregeling betreft zowel de actieve medewerkers als de gepensioneerde werknemers aan wie vóór 1 januari 2006 is toegezegd dat Teijin Aramid 50% van de premie van de bovenwettelijke verzekering zou vergoeden. FNV Bondgenoten heeft deze stelling niet gemotiveerd betwist en heeft daarover slechts gesteld dat zij niet begrijpt wat Teijin Aramid met deze stelling bedoelt. Nu Teijin Aramid aan haar stelling echter geen conclusie heeft verbonden en met name niet de conclusie dat FNV Bondgenoten niet-ontvankelijk is in haar vordering, gaat het hof daaraan voorbij.
algemene regeling
4.8 In haar eerste en tweede grief in het principaal hoger beroep voert FNV Bondgenoten aan dat bij Teijin Aramid tot 1 januari 2006 een algemene (collectieve) regeling gold, die op alle werknemers die met (pre)pensioen gingen, dan wel gebruik maakten van de Wachtgeld-regeling en/of SUT-regeling werd toegepast. FNV Bondgenoten stelt dat Teijin Aramid deze regeling ten aanzien van alle werknemers die voor 1 januari 2006 in dienst zijn getreden dient voort te zetten. Teijin Aramid betwist dat sprake was van meer dan individuele toezeggingen aan werknemers die bij hun pensionering werden gedaan.
4.9 Het hof stelt bij de beoordeling voorop dat de rechten en verplichtingen van een werkgever en een werknemer niet beperkt zijn tot de inhoud van schriftelijk vastgelegde afspraken, als een arbeidsovereenkomst, een toepasselijke cao, of een andere binnen het bedrijf geldende regeling. Bij de beantwoording van de vraag waartoe partijen bij een overeenkomst zich jegens elkaar hebben gebonden is immers ook van belang hetgeen partijen over en weer hebben verklaard en uit elkaars gedragingen hebben afgeleid en in de gegeven omstandigheden daaruit redelijkerwijze mochten afleiden. Ten aanzien van de vraag wat tussen een werkgever en een werknemer heeft te gelden, is mede bepalend de wijze waarop zij feitelijk aan de overeenkomst uitvoering hebben gegeven en aldus daaraan inhoud hebben gegeven.
4.10 Met inachtneming van het hierboven genoemde toetsingscriterium is het hof van oordeel dat de in rechtsoverweging 4.1 vermelde bijdrageregeling in de ziektekosten voor werknemers die met (pre)pensioen gingen, dan wel gebruik maakten van de Wachtgeld-regeling en/of SUT-regeling - waarvan door FNV Bondgenoten niet wordt betwist dat deze niet schriftelijk is vastgelegd - niet als arbeidsvoorwaarde deel is gaan uitmaken van de arbeidsovereenkomsten tussen Teijin Aramid en haar werknemers. Het hof heeft daarbij met name in aanmerking genomen dat FNV Bondgenoten onvoldoende feiten en omstandigheden heeft gesteld waaruit kan blijken dat de actieve medewerkers van Teijin Aramid mochten verwachten dat deze regeling bij hun pensionering (waaronder hierna ook wordt begrepen: het gebruik maken van de Wachtgeld- en/of SUT-regeling) ook voor hen zou gelden. De stelling van FNV Bondgenoten dat alle gepensioneerden die voor hun pensionering deelnamen aan en ook daarna zijn blijven deelnemen aan de collectieve ziektekostenverzekering van Teijin Aramid tot 1 januari 2006 een bijdrage in de ziektekostenverzekering ontvingen, is daarvoor onvoldoende, ook wanneer daarbij in aanmerking wordt genomen dat de door Teijin Aramid getroffen overgangsregeling is getroffen voor alle gepensioneerden die deelnemen aan de collectieve ziektekostenverzekering van Teijin Aramid. Tussen partijen staat in hoger beroep immers slechts vast dat tot 1 januari 2006 aan de medewerkers die met (pre)pensioen gingen - en alleen aan de medewerkers waarvoor gold dat deze bleven deelnemen aan de collectieve ziektekostenverzekering van Teijin Aramid - op dat moment een individuele toezegging werd gedaan. FNV Bondgenoten heeft weliswaar gesteld dat de actieve werknemers van deze toezeggingen op de hoogte waren en op grond daarvan mochten verwachten dat ook zij na hun pensionering een bijdrage zouden ontvangen, maar zij heeft deze door Teijin Aramid betwiste stelling op geen enkele wijze onderbouwd. Aan bewijslevering door FNV Bondgenoten komt het hof dan ook niet toe. De eerste twee grieven van FNV Bondgenoten in het principaal hoger beroep falen derhalve.
gebondenheid Teijin Aramid
4.11 Vervolgens dient de vraag beantwoord te worden of Teijin Aramid, anders dan zij in haar tweede en derde grief in het incidenteel appel aanvoert, ook na de invoering van de Zvw op 1 januari 2006, is gehouden tot ongewijzigde instandhouding van deze regeling voor de medewerkers aan wie een individuele toezegging is gedaan.
4.12 Het hof overweegt daaromtrent allereerst dat niet is gesteld of gebleken dat Teijin Aramid zich de bevoegdheid heeft voorbehouden om de bijdrageregeling ten aanzien van de desbetreffende medewerkers eenzijdig te wijzigen. Teijin Aramid is gelet daarop aan deze regeling gebonden, tenzij sprake is van zodanige omstandigheden aan de zijde van Teijin Aramid dat de gepensioneerde werknemers naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst op dit punt niet mogen verwachten (artikel 6:258 lid 1 BW), dan wel van omstandigheden die naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde nakoming onaanvaardbaar maken (artikel 6:248 lid 2 BW). Zodanige omstandigheden zijn naar het oordeel van het hof echter niet gesteld of gebleken.
4.13 Teijin Aramid heeft onvoldoende concreet onderbouwd wat de door haar gestelde negatieve financiële gevolgen zijn van de invoering van de Zvw bij Teijin Aramid. Teijin Aramid heeft meer in het bijzonder niet aangegeven wat de (te verwachten) financiële gevolgen zijn van handhaving van de regeling na de invoering van de Zvw met betrekking tot de reeds gepensioneerde werknemers. Zonder een dergelijke onderbouwing kan het belang van Teijin Aramid bij stopzetting, dan wel wijziging van de regeling, onvoldoende zwaar wegen tegenover het onbetwiste belang van de gepensioneerde werknemers bij handhaving van de regeling. Ook niet indien daarbij de door Teijin Aramid getroffen overgangsregeling in aanmerking wordt genomen, aangezien deze slechts voor een aantal jaren (gedeeltelijke) compensatie biedt.
4.14 Voor Teijin Aramid staan tegenover de gestelde negatieve financiële gevolgen voorts de verlaging van de werkgeversbijdrage voor de eerder via het Ziekenfonds verzekerde actieve werknemers en de compenserende maatregelen zoals de verlaging van de WW-premie en de verlaging van de vennootschapsbelasting. Teijin Aramid heeft weliswaar gesteld dat op individueel werkgeversniveau moeilijk vast te stellen is of de compenserende maatregelen tot een kostenneutrale invoering van de Zvw hebben geleid, maar zij heeft niet daadwerkelijk gesteld, en in ieder geval niet onderbouwd, dat deze maatregelen bij Teijin Aramid onvoldoende effect hebben gehad. De vordering van FNV Bondgenoten betreft een bijdrage van 50% van de nominale premie en 50% van de aanvullende modules. Dat houdt in dat de kosten van Teijin Aramid voor een voormalig particulier verzekerde gepensioneerde werknemer na invoering van de Zvw, bij toewijzing van de vordering van FNV Bondgenoten, lager zijn dan voorheen het geval was. Voor de eerder via het Ziekenfonds verzekerden zullen de kosten voor Teijin Aramid hoger zijn. Teijin Aramid heeft niet betwist dat het merendeel van de gepensioneerde werknemers bij Teijin Aramid voormalig particulier verzekerden betreft. Daarbij blijft gelden - dat was immers de voorwaarde voor de bij Teijin Aramid bestaande bijdrageregeling - dat alleen de inactieve werknemers die via de collectieve ziektekostenverzekering van Teijin Aramid zijn verzekerd voor een bijdrage in aanmerking kunnen komen. De groep werknemers waarvoor de bijdrageregeling geldt, is daarom beperkt.
4.15 Van een duidelijk voordeel voor de gepensioneerde werknemers ten opzichte van de actieve werknemers, zoals door Teijin Aramid is gesteld, is voorts onvoldoende gebleken. Gepensioneerde werknemers dienen immers zelf de inkomensafhankelijke bijdrage (die wel op een lager percentage is vastgesteld) te voldoen, terwijl deze voor actieve werknemers wordt voldaan door de werkgever. Uit een door FNV Bondgenoten overgelegde brief van 28 juli 2006 aan een gepensioneerde (de heer [X]), blijkt dat Teijin Aramid met betrekking tot de overgangsregeling ook onderkent dat sprake is van een inkomensachteruitgang voor de gepensioneerde medewerkers bij gebreke van een wettelijke compensatie voor de verschuldigde inkomensafhankelijke bijdrage. Voor medewerkers die uit actieve dienst zijn getreden, geldt voorts dat voor hen over het algemeen geen mogelijkheden meer bestaan om deze inkomensachteruitgang ongedaan te maken door bijvoorbeeld in een CAO aanvullende afspraken te maken, of deze te compenseren door op een andere wijze hun inkomsten aan te vullen. De tweede en de derde grief van Teijin Aramid in het incidenteel hoger beroep falen.
actieve werknemers en werknemers die op of na 1 januari 2006 met pensioen zijn gegaan
4.16 Ten aanzien van de werknemers die thans nog actief zijn bij Teijin Aramid geldt dat de medewerkers die op of na 1 januari 2006 in dienst zijn gekomen, dat wil zeggen na de invoering van de Zvw, als actieve werknemers al niet meer hebben kunnen deelnemen aan de oude regeling van Teijin Aramid en die maakt dan ook reeds om die reden geen deel uit van hun arbeidsovereenkomst. De vordering van FNV Bondgenoten heeft ook geen betrekking op deze groep medewerkers.
4.17 FNV Bondgenoten vordert wel dat Teijin Aramid een bijdrage in de ziektekostenverzekering betaalt aan de medewerkers die vóór 1 januari 2006 bij Teijin Aramid in dienst zijn gekomen, vanaf het moment van hun pensionering met ingang van of na 1 januari 2006. De regeling voor de bijdragen aan de ziektekostenverzekering na pensionering maakt, zoals hiervoor is overwogen, echter geen deel uit van de arbeidsovereenkomst van alle medewerkers. Dat er aan deze medewerkers een individuele toezegging is gedaan, of dat zij op andere gronden er gerechtvaardigd op mochten vertrouwen dat deze regeling voor hen na hun pensioen zou gelden, is niet gesteld en ook overigens niet gebleken. De vordering van FNV Bondgenoten zal dan ook worden afgewezen voor de medewerkers die met ingang van of na 1 januari 2006 met pensioen zijn gegaan.
wachtgeld- en SUT-regeling
4.18 De stelling van Teijin Aramid dat er bij Teijin Aramid geen deelnemers aan de Wachtgeld- en SUT-regelingen zijn, of zijn geweest, wordt door FNV Bondgenoten niet betwist. Gelet daarop heeft FNV Bondgenoten geen belang bij toewijzing van dit onderdeel van de vordering.
inhoud van de regeling
4.19 De bijdrageregeling van Teijin Aramid hield, zoals hiervoor overwogen, in dat voor particulier verzekerden (en hun eventueel meeverzekerde partners en kinderen) 50% van de premie voor de ziektekostenverzekering werd vergoed en voor via het Ziekenfonds verzekerden 50% van de premie van een aanvullende ziektekostenverzekering. De vraag dient dan beantwoord te worden hoe deze regeling na de invoering van de Zvw en het wegvallen van het onderscheid tussen via het Ziekenfonds en particulier verzekerden uitgevoerd dient te worden.
4.20 Nu in de oude regeling telkens 50% van de totale premie voor de (aanvullende) ziektekostenverzekering aan de werknemer werd vergoed acht het hof het redelijk om, evenals de kantonrechter heeft bepaald, vast te stellen dat de bijdrage van Teijin Aramid in de ziektekostenpremies na invoering van de Zvw gelijk dient te zijn aan 50% van de geldende nominale ziektekostenpremie voor zowel de basisverzekering als de aanvullende modules. Voor zover de partners en kinderen van de werknemers ook deelnemen aan de collectieve ziektekostenverzekering van Teijin Aramid, dient Teijin Aramid een gelijke bijdrage in hun ziektekostenpremie te voldoen. Zoals hiervoor is overwogen zijn er geen omstandigheden gesteld of gebleken die een nakoming van de regeling naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar maken. Dat geldt ook voor nakoming op de hiervoor overwogen wijze. Daarbij heeft het hof met name gelet op het geringe aantal gepensioneerden die voorheen via het ziekenfonds verzekerd waren, zoals in het bestreden vonnis is vastgesteld en tegen welke overweging geen grief is gericht.
4.21 Voor zover dit door FNV Bondgenoten wordt gevorderd, zal het hof echter niet Teijin Aramid veroordelen de regeling na te komen ten aanzien van alle (oud)werknemers. In hetgeen door FNV Bondgenoten is aangevoerd ziet het hof geen grond de voorwaarde voor deelneming - het voorafgaand aan en na het (pre)pensioen deelnemen aan de collectieve ziektekostenverzekering van Teijin Aramid - te laten vallen en daarmee de regeling verder uit te breiden. Het niet gebruik maken van de collectieve verzekering had immers ook al voor de invoering van de Zvw direct tot gevolg dat de werknemer geen bijdrage zou ontvangen van Teijin Aramid, zowel voor het (pre)pensioen als voor de gehele periode daarna.
wijzigen dan wel beëindigen
4.22 FNV Bondgenoten heeft in hoger beroep, na wijziging van eis, gevorderd dat het hof voor recht zal verklaren dat Teijin Aramid niet gerechtigd is de regeling tot betaling van bijdragen in de ziektekostenpremies van haar gepensioneerden met ingang van 1 januari 2006 te beëindigen. Daartegen heeft Teijin Aramid terecht aangevoerd dat Teijin Aramid de regeling niet volledig heeft beëindigd, nu een deel van de gepensioneerde medewerkers nog steeds een (kleine) bijdrage in de ziektekostenpremie ontvangt. Zoals hiervoor is overwogen kan de vordering voorts alleen worden toegewezen ten aanzien van de medewerkers die vóór 1 januari 2006 uit dienst zijn getreden en zijn gepensioneerd. Het hof zal de gevorderde verklaring voor recht met inachtneming daarvan toewijzen.
dwangsommen
4.23 FNV Bondgenoten heeft gevorderd aan de veroordeling van Teijin Aramid tot naleving van de regeling en het verstrekken van overzichten van de achterstallige bijdragen dwangsommen te verbinden. Tegen de afwijzing daarvan door de kantonrechter heeft FNV Bondgenoten haar derde grief in het principaal hoger beroep gericht. Het hof overweegt dat ook aan de veroordeling tot betaling van de achterstallige bijdragen een dwangsom kan worden verbonden, nu het hierbij gaat om een veroordeling tot betaling aan een ander dan FNV Bondgenoten. Het hof ziet aanleiding de door FNV Bondgenoten gevorderde dwangsommen te matigen en aan de te verbeuren dwangsommen een maximum te verbinden, zoals in het dictum aan te geven. De derde grief van FNV Bondgenoten in het principaal hoger beroep slaagt.
4.24 Teijin Aramid heeft in hoger beroep een niet nader gespecificeerd bewijsaanbod gedaan. Nu gelet op het vorenoverwogene aan bewijslevering niet wordt toegekomen, gaat het hof aan dat bewijsaanbod voorbij.
5.1 De derde grief van FNV Bondgenoten in het principaal hoger beroep slaagt, zodat het bestreden vonnis deels moet worden vernietigd. De overige grieven van FNV Bondgenoten falen. Omwille van de duidelijkheid zal het hof het bestreden vonnis geheel vernietigen en een nieuw dictum formuleren. De grieven 1, 2 en 3 van Teijin Aramid in het incidenteel hoger beroep falen.
5.2 Als de overwegend in het ongelijk gestelde partij zal FNV Bondgenoten in de kosten van het principaal hoger beroep worden veroordeeld. Teijin Aramid zal in de kosten van de procedure in het incidenteel hoger beroep worden veroordeeld. De kosten voor de procedure in eerste aanleg zullen worden gecompenseerd. Dit betekent dat ook grief 4 van Teijin Aramid in het incidenteel hoger beroep faalt.
Het hof, recht doende in het principaal en het incidenteel hoger beroep:
vernietigt het vonnis van de kantonrechter (rechtbank Arnhem, sector kanton, locatie Arnhem) van 8 juni 2009 en doet opnieuw recht;
verklaart voor recht dat Teijin Aramid niet gerechtigd was om de bijdragen in de ziektekostenpremies van haar gepensioneerden, die vóór 1 januari 2006 uit actieve dienst zijn gegaan en die na hun pensionering zijn blijven deelnemen aan de collectieve ziektekostenverzekering van Teijin Aramid, met ingang van 1 januari 2006 eenzijdig te wijzigen;
veroordeelt Teijin Aramid tot nakoming van de bij Teijin Aramid geldende regeling tot betaling van bijdragen in de ziektekostenpremies van werknemers van Teijin Aramid, die vóór 1 januari 2006 uit dienst zijn getreden bij Teijin Aramid en die vanuit hun dienstverband met Teijin Aramid met (pre)pensioen zijn gegaan en die zijn blijven deelnemen aan de collectieve ziektekostenverzekering van Teijin Aramid, in die zin dat Teijin Aramid gehouden is aan hen met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2006 bijdragen in de ziektekostenpremies te betalen, waarbij de bedragen gelijk dienen te zijn aan 50% van de voor hen en hun eventuele aan de collectieve ziektekostenverzekering deelnemende partners en kinderen geldende nominale ziektekostenpremie voor de basisverzekering en aanvullende modules, vermeerderd met de wettelijke rente over die bedragen vanaf de vervaldatum tot aan de dag der algehele voldoening, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 2.500,- per dag voor iedere dag dat Teijin Aramid hiermee vanaf één maand na betekening van dit arrest in gebreke blijft, tot een maximum van € 500.000,-;
veroordeelt Teijin Aramid om aan iedere gepensioneerde - die vóór 1 januari 2006 met pensioen is gegaan - een inzichtelijk overzicht te verstrekken van de sinds 1 januari 2006 achterstallige bijdragen in de ziektekostenpremies, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100,- per dag voor iedere dag dat Teijin Aramid hiermee vanaf één maand na betekening van dit arrest in gebreke blijft, tot een maximum van € 10.000,-;
compenseert de kosten van de procedure in eerste aanleg aldus dat iedere partij haar eigen kosten draagt;
veroordeelt FNV Bondgenoten in de kosten van de procedure in het principaal hoger beroep aan de zijde van Teijin Aramid tot aan deze uitspraak begroot op € 2.682,- voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief en op € 262,- voor griffierecht;
veroordeelt Teijin Aramid in de kosten van de procedure in het incidenteel hoger beroep aan de zijde van FNV Bondgenoten tot aan deze uitspraak begroot op € 1.341,- voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief;
verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit arrest is gewezen door mrs. I.A. Katz-Soeterboek, E.B. Knottnerus en E.W.M. Meulemans en is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 16 oktober 2012.