ECLI:NL:GHARN:2012:BY3990
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Y.A.J.M. van Kuijck
- C. Caminada
- J.P. Bordes
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot verlenging van terbeschikkingstelling met dwangverpleging na uitspraak EHRM
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 1 november 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde. De terbeschikkingstelling was eerder opgelegd door het hof Leeuwarden op 7 april 2006 ter zake van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. De rechtbank Leeuwarden had op 24 mei 2012 de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd, maar deze beslissing werd door het hof Arnhem vernietigd.
Het hof heeft in zijn overwegingen de uitspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) van 31 juli 2012 in de zaak Van der Velden tegen Nederland gevolgd. Het EHRM oordeelde dat de verlengingsrechter niet de bevoegdheid heeft om de duur van de terbeschikkingstelling te verlengen zonder dat de oorspronkelijke rechter zich hierover heeft uitgelaten. Het hof Arnhem concludeerde dat in dit geval de terbeschikkingstelling gemaximeerd was, omdat de oorspronkelijke uitspraak geen duidelijke motivering bevatte over de duur van de terbeschikkingstelling.
Het hof oordeelde dat de terbeschikkingstelling niet langer dan vier jaar kan duren en dat deze termijn al was overschreden. Daarom werd de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling afgewezen. De beslissing van de rechtbank werd vernietigd, en het hof benadrukte het belang van duidelijke motivering door de opleggende rechter bij het vaststellen van de duur van de terbeschikkingstelling.