ECLI:NL:GHARN:2012:BY0603
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verplichte deelneming in bedrijfstakpensioenfonds en premienota
In deze zaak gaat het om een geschil tussen de Coöperatieve Vereniging "Sneltaxi Amsterdam" U.A. (hierna: Sneltaxi) en de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Beroepsvervoer over de Weg (hierna: Bpf Beroepsvervoer) over de verplichting van Sneltaxi om deel te nemen aan het pensioenfonds en de betaling van een hoge premienota. Sneltaxi heeft herhaaldelijk geweigerd om de benodigde informatie over haar werknemers en hun loon te verstrekken, wat heeft geleid tot een ambtshalve vastgestelde premienota van € 800.000,- door Bpf Beroepsvervoer. Sneltaxi heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad, waarin werd geoordeeld dat zij verplicht is aangesloten bij het pensioenfonds en de premienota moet betalen.
Het hof heeft vastgesteld dat Sneltaxi niet heeft gegriefd tegen de verklaring voor recht dat zij onder de werkingssfeer van Bpf Beroepsvervoer valt. Het hof oordeelt dat Sneltaxi op grond van de Wet Bpf 2000 verplicht is om de benodigde gegevens te verstrekken en dat haar weigering om dit te doen heeft geleid tot de ambtshalve vaststelling van de premie. Sneltaxi heeft geen bewijs geleverd dat de door Bpf Beroepsvervoer gehanteerde premie onjuist of buitenproportioneel is. Het hof heeft de grieven van Sneltaxi verworpen en het vonnis van de rechtbank bekrachtigd, met veroordeling van Sneltaxi in de kosten van het geding in hoger beroep.
De uitspraak benadrukt de verplichtingen van werkgevers onder de Wet Bpf 2000 en de gevolgen van het niet naleven van deze verplichtingen, waaronder de mogelijkheid van ambtshalve premievaststelling door het pensioenfonds. Het hof heeft ook geoordeeld dat Sneltaxi niet kan terugkomen op haar eerdere afstand van het beroep op verjaring van de vordering.