ECLI:NL:GHARN:2012:BX9957

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
9 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
21-004250-10
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van openlijk geweld tegen verbalisanten en wederspannigheid bewezen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 9 oktober 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Almelo. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld voor openlijk geweld tegen verbalisanten en wederspannigheid. Het hof heeft het hoger beroep van de verdachte behandeld na eerdere zittingen op 31 januari 2012 en 25 september 2012. De advocaat-generaal heeft een vordering ingediend, die door het hof is overwogen. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en is tot een andere bewijsbeslissing gekomen.

De tenlastelegging omvatte twee feiten, waarbij de verdachte werd beschuldigd van openlijk geweld tegen de verbalisanten en wederspannigheid. Het hof heeft vastgesteld dat de verbalisanten op 4 juli 2010 in Hengelo de verdachte hebben aangehouden, maar kon niet buiten redelijke twijfel vaststellen dat de verdachte openlijk geweld had gepleegd. De getuigenverklaringen en aangiftes gaven onvoldoende bewijs dat de verdachte zelf geweld had gebruikt of een significante bijdrage had geleverd aan het geweld tegen de verbalisanten. Daarom heeft het hof de verdachte vrijgesproken van het tweede feit.

Wat betreft het eerste feit, heeft het hof wel bewezen geacht dat de verdachte zich had verzet tegen zijn aanhouding, wat kwalificeert als wederspannigheid. De verdachte is strafbaar bevonden, en het hof heeft een geldboete van € 250,00 opgelegd, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis bij niet-betaling. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn afgewezen, omdat onvoldoende bewijs was dat de schade door het bewezen verklaarde handelen van de verdachte was veroorzaakt. Het hof heeft de toepasselijke wettelijke voorschriften in acht genomen en de uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier.

Uitspraak

Sector strafrecht
Parketnummer: 21-004250-10
Uitspraak d.d.: 9 oktober 2012
TEGENSPRAAK
Promis
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Almelo van
30 november 2010 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [woonplaats], [adres].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 31 januari 2012 en 25 september 2012 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I).
Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman,
mr J. Michels, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
Feit 1:
hij op of omstreeks 04 juli 2010 te Hengelo (O), met een ander of anderen, toen de aldaar dienstdoende [verbalisant 1], hoofdagent van politie Twente, en/of [verbalisant 2], brigadier van politie Twente verdachte - op heterdaad - op verdenking van het overtreden van artikel 424 Wetboek van Strafrecht (straatschenderij/baldadigheid), in elk geval op verdenking van het gepleegd hebben van enig strafbaar feit, had(den) aangehouden en vastgegrepen, althans vast had(den) teneinde hem onverwijld voor te geleiden voor een hulpofficier van justitie en hem daartoe over te brengen naar een plaats van verhoor, te weten politiebureau Hengelo, zich, al dan niet met verenigde krachten en met geweld en/of bedreiging met geweld heeft verzet tegen bovengenoemde opsporingsambtena(a)r(en), werkzaam in de rechtmatige uitoefening zijner/hunner bediening, door opzettelijk gewelddadig:
- te rukken en te trekken in een andere richting dan voornoemde ambtena(a)r(en) verdachte trachtte(n) te geleiden en/of
- meermalen, althans eenmaal, slaan en/of stompen van die [verbalisant 1] en/of [verbalisant 2] en/of
- meermalen, althans eenmaal, schoppen en/of trappen van die [verbalisant 1] en/of [verbalisant 2].
Feit 2:
hij op of omstreeks 04 juli 2010, in de gemeente Hengelo (O), met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de Marktstraat en/of de Willemstraat en/of de Langestraat, in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [verbalisant 1], hoofdagent van politie Twente, en/of [verbalisant 2], brigadier van politie Twente, welk geweld bestond uit het opzettelijk gewelddadig
- indringen op en/of aanvallen van die [verbalisant 1] en/of [verbalisant 2] en/of
- die [verbalisant 2] en/of [verbalisant 1] te duwen en aan hem/hen te trekken en/of - meermalen, althans eenmaal, slaan en/of stompen van die [verbalisant 1] en/of [verbalisant 2] en/of
- meermalen, althans eenmaal, schoppen en/of trappen van die [verbalisant 1] en/of [verbalisant 2].
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging. Het hof wijst in dit verband op de kennelijke vergissing bij het onder 1 ten laste gelegde, waar kennelijk abusievelijk de woorden “verdachte trachtte(n) te geleiden” zijn weggevallen.
Vrijspraak ten aanzien van feit 2
Vastgesteld kan worden dat de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] zijn mishandeld nadat zij probeerden [verdachte] aan te houden op 4 juli 2010 te Hengelo. Op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep kan echter niet buiten redelijke twijfel worden vastgesteld dat het verdachte is geweest die openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [verbalisant 1] en/of [verbalisant 2]. Op basis van de aangiftes alsmede de getuigenverklaringen kan niet worden vastgesteld dat verdachte zelf geweld heeft gebruikt tegen [verbalisant 1] en/of [verbalisant 2] of dat hij een andere significante bijdrage aan het vastgestelde geweld tegen verbalisanten heeft geleverd. Daarbij is van belang dat niet uitgesloten kan worden dat verdachte, kort nadat verbalisant [verbalisant 2] hem ter aanhouding had vastgepakt, net als verbalisant [verbalisant 2] getroffen is door de pepperspray die verbalisant [verbalisant 1] richting de andere opdringende personen spoot en hij, verdachte, daardoor, behoudens tot verzet tegen zijn aanhouding, niet meer in staat is geweest tot de hem in het kader van de openlijke geweldpleging verweten handelingen. Het hof heeft derhalve – overeenkomstig de vordering van de advocaat-generaal – uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het onder 2 tenlastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Verzoek verdediging
Gelet op het bovenstaande zal het hof het verzoek tot het horen van de getuigen zoals opgegeven door de raadsman bij pleidooi afwijzen, nu hiertoe geen noodzaak aanwezig is.
Overweging met betrekking tot het bewijs ten aanzien van feit 1
Het hof is van oordeel dat het door en namens verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het onder 1 tenlastegelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging gekregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het onder 1 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
Feit 1:
hij op of omstreeks 04 juli 2010 te Hengelo (O), met een ander of anderen, toen de aldaar dienstdoende [verbalisant 1], hoofdagent van politie Twente, en/of [verbalisant 2], brigadier van politie Twente verdachte - op heterdaad - op verdenking van het overtreden van artikel 424 Wetboek van Strafrecht (straatschenderij/baldadigheid), in elk geval op verdenking van het gepleegd hebben van enig strafbaar feit, had(den) aangehouden en vastgegrepen, althans vast had(den) teneinde hem onverwijld voor te geleiden voor een hulpofficier van justitie en hem daartoe over te brengen naar een plaats van verhoor, te weten politiebureau Hengelo, zich, al dan niet met verenigde krachten en met geweld en/of bedreiging met geweld heeft verzet tegen bovengenoemde opsporingsambtena(a)r(en), werkzaam in de rechtmatige uitoefening zijner/hunner bediening, door opzettelijk gewelddadig:
- te rukken en te trekken in een richting tegengesteld aan die waarin die ambtena(a)r(en) verdachte trachtte(n) te geleiden en/of
- meermalen, althans eenmaal, slaan en/of stompen van die [verbalisant 1] en/of [verbalisant 2] en/of
- meermalen, althans eenmaal, schoppen en/of trappen van die [verbalisant 1] en/of [verbalisant 2].
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
wederspannigheid.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte en zijn draagkracht, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich tegen zijn aanhouding verzet. Verdachte heeft hiermee blijk gegeven van gebrek aan respect voor het ambtelijk gezag.
Zoals blijkt uit een hem betreffend uittreksel Justitiële Documentatie van 4 september 2012 is de verdachte na het plegen van onderhavig feit éénmaal strafrechtelijk veroordeeld.
Het hof is van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke geldboete van na te melden hoogte een passende en geboden reactie vormt.
Vordering van de benadeelde partij [verbalisant 1]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 1.287,73. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het onder 2 tenlastegelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. Wat betreft het onder 1 bewezenverklaarde is onvoldoende gebleken dat de gestelde schade door het onder 1 bewezenverklaarde handelen van verdachte is veroorzaakt. De benadeelde partij kan om deze twee redenen in haar vordering niet worden ontvangen.
Vordering van de benadeelde partij [verbalisant 2]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 1.354,49. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het onder 2 tenlastegelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. Wat betreft het onder 1 bewezenverklaarde is onvoldoende gebleken dat de gestelde schade door het onder 1 bewezenverklaarde handelen van verdachte is veroorzaakt. De benadeelde partij kan om deze twee redenen in haar vordering niet worden ontvangen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 23, 24, 24c, 63 en 180 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 2 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Wijst af het verzoek tot het horen van de door de raadsman opgegeven getuigen.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een geldboete van € 250,00 (tweehonderdvijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 5 (vijf) dagen hechtenis.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde geldboete in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van € 50,00 per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Vordering van de benadeelde partij [verbalisant 1]
Verklaart de benadeelde partij, [verbalisant 1], in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Vordering van de benadeelde partij [verbalisant 2]
Verklaart de benadeelde partij, [verbalisant 2], in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
De voorlopige hechtenis
Heft op het geschorste, tegen verdachte verleende bevel tot voorlopige hechtenis.
Aldus gewezen door
mr J.I.M.W. Bartelds, voorzitter,
mr R. van den Heuvel en mr P.L. van Dijke, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr K. van Laarhoven, griffier,
en op 9 oktober 2012 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr R. van den Heuvel is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.