ECLI:NL:GHARN:2012:BX8150

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
23 augustus 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
21-004520-10
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep voor oplichting en gewoontewitwassen door verdachte in samenwerking met medeverdachte

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 23 augustus 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Arnhem. De verdachte, die samen met een medeverdachte betrokken was bij een oplichtingszaak tegen de gemeente Duiven, heeft hoger beroep ingesteld tegen het eerdere vonnis. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte en haar medeverdachte op slinkse wijze de gemeente Duiven hebben opgelicht door valse facturen in te dienen voor niet verrichte werkzaamheden. Echter, het hof oordeelt dat de handelingen van de verdachte onvoldoende bewijs opleveren voor opzettelijk medeplegen van oplichting en gewoontewitwassen. De verdachte heeft stellig ontkend wetenschap te hebben gehad van de oplichtingspraktijken, wat het hof overtuigt van haar onschuld.

Het hof vernietigt het vonnis waarvan beroep en spreekt de verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten. De vordering van de benadeelde partij, de gemeente Duiven, tot schadevergoeding van €381.585,92 wordt niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte niet schuldig is bevonden aan de feiten die de schade zouden hebben veroorzaakt. Het hof heeft ook de overige verweren van de raadsman niet besproken, gezien de vrijspraak. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de voorzitter en twee raadsheren aanwezig waren. De uitspraak is openbaar gedaan en de griffier heeft de zitting bijgewoond.

Uitspraak

Sector strafrecht
Parketnummer: 21-004520-10
Uitspraak d.d.: 23 augustus 2012
TEGENSPRAAK
Promis
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Arnhem van 9 december 2010 in de strafzaak tegen
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende [adres].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 9 augustus 2012 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I). Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en haar raadsman,
mr J. Zandberg, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in hoger beroep – tenlastegelegd dat:
1.
verdachte op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2004 tot en met 18 december 2008 te Duiven en/of te Zevenaar, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, (telkens) de gemeente Duiven heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid geld (in totaal ongeveer 381.864,17 euro), in elk geval van enig goed, hierin bestaande dat verdachte (telkens) tezamen met verdachtes mededader(s), althans alleen, met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven – opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid (telkens) valse facturen terzake verrichte werkzaamheden door/op naam van het (fictieve) bedrijf [naam bedrijf] heeft opgemaakt/ heeft laten opmaken, terwijl er geen werkzaamheden voor de gemeente Duiven waren verricht en/of (vervolgens) (telkens) (die/een) vals opgemaakte factuur/facturen voor akkoord heeft geparafeerd/ heeft laten paraferen en/of (telkens) (die/een) vals opgemaakte factuur/facturen namens [naam bedrijf] ter betaling heeft ingediend/laten indienen bij, althans ten laste van de gemeente Duiven, waardoor die gemeente Duiven (telkens) werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
2.
verdachte op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2004 tot en met 18 december 2008 te Duiven en/of te Zevenaar, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft zij, verdachte en/of haar mededader(s) op één of meerdere tijdstippen in voormelde periode (telkens) van (een) voorwerp(en), te weten een hoeveelheid geld (in totaal ongeveer 381.684,17 euro), de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing verborgen en/of verhuld, althans (telkens) verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende(n) op die/dat voorwerp(en) was/waren en/of wie dat/die voorwerp(en) voorhanden had(den), terwijl zij wist dat dat/die voorwerp(en) – middelijk of onmiddellijk – afkomstig was uit enig misdrijf (oplichting) en/of (een) voorwerp(en) (telkens) heeft verworven, heeft voorhanden gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans van (een) voorwerp(en), te weten een hoeveelheid geld (in totaal ongeveer 381.864,17 euro) gebruik heeft gemaakt, te weten door
- (een gedeelte van) dat geld over te (laten) boeken van bankrekeningnummer [nummer] op naam staand van [naam bedrijf] naar een betaalrekeningnummer [nummer] t.n.v. [medeverdachte] en/of een spaarrekeningnummer [nummer] t.n.v. [medeverdachte] en/of
- (een gedeelte van) dat geld aan te wenden voor het betalen van één of meer vakantiereizen en/of een personenauto en/of garagerekeningen en/of huur en/of CJIB boetes en/of één of meer gerechtsdeurwaarderskantoren en/of consumptiegoederen en/of één of meer (andere) doeleinden terwijl zij wist dat bovenomschreven voorwerp – onmiddellijk of middellijk – afkomstig was uit enig misdrijf (oplichting).
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Naar het oordeel van het hof staat vast dat verdachte en medeverdachte [naam] samen naar de Kamer van Koophandel zijn gegaan en daar op 15 januari 2004 het bedrijf [naam bedrijf] hebben laten registreren. Ook staat vast dat zij naar de [naam bank] zijn gegaan om daar een rekening voor voornoemd bedrijf te openen. Op die rekening zijn door de gemeente Duiven bedragen gestort, waarna verdachte enkele bankafschriften op haar GBA-adres heeft ontvangen. Naar het oordeel van het hof is het voorgaande onvoldoende om te kunnen spreken van het opzettelijk medeplegen van oplichting en gewoontewitwassen temeer nu verdachte stellig en consequent heeft ontkend dat zij wetenschap of vermoedens had van de oplichtingspraktijken zoals die hebben plaatsgevonden.
Gelet op de gegeven vrijspraak zal het hof de overige verweren van de raadsman niet bespreken.
Vordering van de benadeelde partij
De benadeelde partij, de gemeente Duiven, heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt €381.585,92. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het onder 1 ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Gelast de teruggave aan verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- een pinpas ten name van [verdachte]/[naam bedrijf] [bank] [nummer];
- een Computer Packerd Bell;
- administratie (voor zover nog niet teruggegeven).
Vordering van de benadeelde partij
Verklaart de benadeelde partij, gemeente Duiven, in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Aldus gewezen door
mr G. Oldekamp, voorzitter,
mr E. van der Herberg en mr M.A.F. Cools-Weebers, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr G.J.B. van Weegen, griffier,
en op 23 augustus 2012 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr M.A.F. Cools-Weebers is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.