ECLI:NL:GHARN:2012:BX7071
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- I.A. Katz-Soeterboek
- E.B. Knottnerus
- G.P.M. van den Dungen
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtsverhouding tussen appellant en VBE met betrekking tot arbeidsovereenkomst of afroepcontract
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 28 augustus 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep over de rechtsverhouding tussen [appellant] en VBE, waarbij de vraag centraal stond of er sprake was van een arbeidsovereenkomst of een afroepcontract. Het hof oordeelde dat er sprake was van een afroepcontract, waarbij partijen zich hadden verbonden om op uiterlijk 31 juli 2010 een bepaald aantal klokuren te hebben gewerkt. De appellant had niet kunnen aantonen dat er een verplichting bestond voor VBE om hem wekelijks een minimum aantal uren te roosteren. De variabiliteit in de gewerkte uren, zoals weergegeven in de loonstroken, bevestigde dat de afspraken tussen partijen in lijn waren met de bepalingen van de CAO. Het hof concludeerde dat de grieven van de appellant niet slagen en dat de vordering in zijn geheel werd afgewezen, met uitzondering van de kosten van het hoger beroep die voor rekening van de appellant kwamen. Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter en verklaarde de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.