ECLI:NL:GHARN:2012:BX6757
Gerechtshof Arnhem
- Raadkamer
- R. van den Heuvel
- M. Barels
- P.L. van Dijke
- Rechtspraak.nl
Beklag tegen beslissing officier van justitie inzake strafvervolging inbraak en brandstichting Leidsche Rijn
In deze zaak, behandeld op 7 september 2012, gaat het om een beklag van klagers tegen de beslissing van de officier van justitie te Utrecht om geen strafvervolging in te stellen tegen verschillende beklaagden. Klagers, die slachtoffer zijn geworden van een reeks strafbare feiten, hebben op 20 december 2011 een klaagschrift ingediend. Het hof heeft kennisgenomen van het ambtsbericht van de officier van justitie en andere relevante stukken. De advocaat-generaal concludeert dat het beklag gegrond is voor de beslissing om beklaagde 4 niet te vervolgen voor inbraak op 4 augustus 2010, maar ongegrond voor de overige beklaagden.
Het hof stelt vast dat klagers als rechtstreeks belanghebbenden ontvankelijk zijn in hun beklag. Het hof betreurt dat klagers slachtoffer zijn geworden van meerdere strafbare feiten, wat hen heeft gedwongen te verhuizen. Het hof oordeelt dat er voldoende bewijs is voor de strafvervolging van beklaagde 4, maar dat er onvoldoende aanknopingspunten zijn voor vervolging van beklaagde 7. Het hof concludeert dat de politie voldoende onderzoek heeft verricht en dat er geen aanleiding is voor nader onderzoek naar de overige beklaagden.
De beslissing van het hof is als volgt: het hof beveelt de officier van justitie om een strafvervolging tegen beklaagde 4 in te stellen voor de inbraak en tegen N.N. voor brandstichting, terwijl het beklag voor het overige ongegrond wordt verklaard. Deze beschikking is gegeven door de voorzitter en raadsheren in aanwezigheid van de griffier.