ECLI:NL:GHARN:2012:BX6174

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
24 juli 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
21-002843-11
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake mishandeling en belediging van een ambtenaar

In deze zaak heeft de verdachte hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Utrecht, waarin hij was veroordeeld voor mishandeling en belediging van een ambtenaar. De feiten vonden plaats op 30 april 2011 te Utrecht, waar de verdachte opzettelijk een persoon heeft mishandeld door deze eenmaal op het gezicht te stompen, wat letsel en pijn veroorzaakte. Daarnaast heeft hij een ambtenaar, een aspirant van de politie, beledigd door beledigende woorden te uiten tijdens de rechtmatige uitoefening van diens functie. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij het de verdachte schuldig heeft bevonden aan de tenlastegelegde feiten. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte strafbaar is, aangezien er geen omstandigheden zijn die zijn strafbaarheid uitsluiten. De opgelegde straf is een gevangenisstraf van drie weken, waarvan de uitvoering voorwaardelijk is, met als bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich moet houden aan de aanwijzingen van de reclassering. Het hof heeft hierbij rekening gehouden met de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd en de persoonlijke situatie van de verdachte, die zich lijkt te verbeteren. De beslissing van het hof is in overeenstemming met de artikelen van het Wetboek van Strafrecht die van toepassing zijn op het bewezenverklaarde.

Uitspraak

Sector strafrecht
Parketnummer: 21-002843-11
Uitspraak d.d.: 24 juli 2012
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Utrecht van 16 augustus 2011 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1965],
wonende te [woonplaats], [adres].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 10 juli 2012 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken waarvan 1 week voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen namens verdachte door zijn raadsman, mr R.P. van der Graaf, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1: hij op of omstreeks 30 april 2011 te Utrecht, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]), meermalen, althans eenmaal op/tegen diens gezicht/hoofd heeft gestompt/geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
2: hij op of omstreeks 30 april 2011 te Utrecht opzettelijk beledigend (een) ambtena(a)r(en), te weten [ambtenaar1] en/of [ambtenaar2], beiden aspirant van poliitie Utrecht, gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, in diens/dier tegenwoordigheid meermalen, althans eenmaal mondeling heeft toegevoegd de woorden "Jullie zijn allemaal kankerlijers, jullie kunnen de kanker krijgen", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging verkregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1: hij op 30 april 2011 te Utrecht, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]), eenmaal op diens gezicht heeft gestompt, waardoor deze letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden;
2: hij op 30 april 2011 te Utrecht opzettelijk beledigend een ambtenaar, te weten [ambtenaar1] aspirant van politie Utrecht, gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in diens tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "Jullie zijn allemaal kankerlijers, jullie kunnen de kanker krijgen";
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
mishandeling.
het onder 2 bewezen verklaarde levert op:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de mishandeling van een willekeurige persoon op de vrijmarkt in Utrecht. Voor het slachtoffer (en voor diens zoontje) moet dit een nare en beangstigende ervaring zijn geweest. Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan belediging van een ambtenaar in functie. Zijn handelen getuigt van een gebrek aan respect voor de betrokken politieman en van een gebrek aan respect voor de politie in het algemeen.
Gelet op het bovenstaande zou een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf zoals door de advocaat-generaal gevorderd in beginsel passend zijn.
Ter terechtzitting heeft de raadsman een brief overgelegd van [medewerker] van Centrum Maliebaan van 9 juli 2012. [medewerker] heeft in het kader van reclasseringstoezicht eens in de twee weken persoonlijk contact met verdachte. Verdachte houdt zich aan de meldingsplicht en komt zijn afspraken na. Verdachte is - aldus [medewerker] - druk doende om zijn leven een andere wending te geven. Dit gaat met vallen en opstaan. Het hof is van oordeel dat oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf de positieve kentering in het leven van verdachte die zich lijkt af te tekenen, zou kunnen doorkruisen. Het hof zal derhalve een voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen zodat verdachte, indien hij zich houdt aan de voorwaarde van reclasserings-toezicht, niet opnieuw gedetineerd zal raken.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57, 63, 266, 267 en 300 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 en 2 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) weken.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan:
- een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of
- ten behoeve van vaststelling identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van vingerafdrukken of
- geen identiteitsbewijs a.b.i. art. 1 Wet o/d identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of
- de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat veroordeelde zich dient te houden aan de aanwijzingen zoals die gedurende de proeftijd door of namens de reclassering aan de veroordeelde zullen worden gegeven, waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van deze voorwaarde en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Aldus gewezen door
mr R. de Groot, voorzitter,
mr A. van Waarden en mr P.L.M. van Gorkom, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr G.W. Jansink, griffier,
en op 24 juli 2012 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr Van Gorkom is buiten staat dit arrest te ondertekenen.