ECLI:NL:GHARN:2012:BX6081
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake navorderingsaanslag inkomstenbelasting en giftenaftrek
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van erflaatster tegen een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting voor het jaar 2005. De Inspecteur had een navorderingsaanslag opgelegd, waarbij een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 13.507 was vastgesteld. Daarnaast was er een vergrijpboete van € 551 en heffingsrente van € 203 in rekening gebracht. Erflaatster had bezwaar aangetekend, maar dit werd door de Inspecteur niet-ontvankelijk verklaard. De Rechtbank oordeelde echter dat het bezwaar gegrond was en vernietigde de uitspraken van de Inspecteur, maar handhaafde de navorderingsaanslag en de heffingsrente.
Erflaatster stelde dat zij recht had op giftenaftrek van € 3.202, die zij had gedaan aan haar zoon voor kosten van levensonderhoud en verblijfsvergunningen. De Inspecteur betwistte dit en stelde dat de Wet inkomstenbelasting 2001 geen giften aan natuurlijke personen in aftrek toestaat. Het Hof oordeelde dat de Inspecteur terecht de giftenaftrek had geweigerd, omdat niet was aangetoond dat de giften voldeden aan de wettelijke vereisten.
Het Hof bevestigde de uitspraak van de Rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep ongegrond was. De kostenveroordeling werd afgewezen, en beide partijen kregen de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 21 augustus 2012.