Parketnummer: 21-003435-11
Uitspraak d.d.: 24 juli 2012
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Utrecht van 30 augustus 2011 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1991],
wonende te [woonplaats], [adres].
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 10 juli 2012 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een geldboete van
€ 650 subsidiair dertien dagen vervangende hechtenis waarvan € 250 subsidiair vijf dagen vervangende hechtenis voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 22 april 2011 te Utrecht, althans in het arrondissement Utrecht, opzettelijk beledigend (een) ambtena(a)r(en), te weten [ambtenaar] en/of [ambtenaar 1] (respectievelijk brigadier en agent van politie Utrecht), gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/hun bediening, in diens/dier tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "Flikkers", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof is van oordeel dat het door verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging gekregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 22 april 2011 te Utrecht, opzettelijk beledigend een ambtenaar, te weten [ambtenaar] brigadier van politie Utrecht, gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in diens tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "Flikkers".
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
het bewezenverklaarde levert op:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan belediging van een ambtenaar in functie en daarmee inbreuk gemaakt op de integriteit van een politieambtenaar. Zijn handelen getuigt eveneens van een gebrek aan respect voor de politie.
Het hof gaat bij de straftoemeting uit van de landelijke oriëntatiepunten. Daarin wordt als uitgangspunt een geldboete van € 150 voor een eenvoudige belediging gehanteerd. Nu het een belediging van een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening betreft en gelet op de aard van de belediging, ziet het hof aanleiding om deze boete conform de genoemde uitgangspunten, te verdubbelen.
Gelet op het feit dat verdachte, zoals blijkt uit het uittreksel justitiële documentatie van 14 juni 2012, niet eerder voor een soortgelijk feit onherroepelijk is veroordeeld, ziet het hof, anders dan de politierechter en de advocaat-generaal, geen noodzaak om naast de hiervoor genoemde onvoorwaardelijke geldboete nog een voorwaardelijke geldboete op te leggen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 23, 24, 24c, 63, 266 en 267 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een geldboete van € 300 (driehonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 6 (zes) dagen hechtenis.
Aldus gewezen door
mr R. de Groot, voorzitter,
mr B.W.M. Hendriks en mr P.L.M. van Gorkom, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr G.W. Jansink, griffier,
en op 24 juli 2012 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr Van Gorkom en mr Hendriks zijn buiten staat dit arrest te ondertekenen.