ECLI:NL:GHARN:2012:BX1625

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
4 juli 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
21-000052-12
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep voor openlijk geweld tegen toegangsdeur winkelcentrum Hoog Catharijne

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 4 juli 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Utrecht. De verdachte was beschuldigd van openlijk in vereniging geweld te hebben gepleegd tegen een toegangsdeur van winkelcentrum Hoog Catharijne op 1 januari 2012. Het hof heeft vastgesteld dat er camerabeelden zijn van het incident, waarop te zien is dat de verdachte met kracht tegen de deur duwt. Echter, de medeverdachte is niet te zien op de beelden terwijl hij geweld tegen de deur pleegt; hij loopt slechts achter de verdachte aan. Het hof concludeert dat niet kan worden bewezen dat de medeverdachte een significante bijdrage aan het geweld heeft geleverd. Hierdoor kan niet worden vastgesteld dat de verdachte in vereniging geweld heeft gepleegd, wat leidt tot zijn vrijspraak.

Het hof vernietigt het vonnis waarvan beroep en spreekt de verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten. Daarnaast wordt de benadeelde partij, die een vordering tot schadevergoeding had ingediend, niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, omdat de verdachte niet schuldig is bevonden aan het ten laste gelegde handelen dat de gestelde schade zou hebben veroorzaakt. De beslissing van het hof is genomen na het onderzoek op de terechtzitting van 20 juni 2012, waar de vordering van de advocaat-generaal is besproken en de verdediging van de verdachte is gehoord. Het hof heeft de zaak zorgvuldig overwogen en komt tot de conclusie dat de verdachte niet schuldig is aan de hem ten laste gelegde feiten.

Uitspraak

Sector strafrecht
Parketnummer: 21-000052-12
Uitspraak d.d.: 4 juli 2012
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Utrecht van 3 januari 2012 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1993],
wonende te [woonplaats], [adres].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 20 juni 2012 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr J.A.P.F. Hoens, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 01 januari 2012 te Utrecht, met een ander of anderen, op een voor het publiek toegankelijke plaats of in een voor het publiek toegankelijke ruimte, te weten winkelcentrum Hoog Catharijne, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een aldaar aanwezig zijnde (toegangs)deur(en), welk geweld bestond uit het meermalen (met kracht) rukken en/of trekken en/of duwen tegen/aan die deur(en) en/of trappen en/of schoppen tegen die deur(en).
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
Verdachte wordt verweten dat hij op 1 januari 2012 samen met [medeverdachte] openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een toegangsdeur van winkelcentrum Hoog Catharijne in Utrecht.
Van het incident zijn camerabeelden gemaakt. Deze camerabeelden zijn in hoger beroep ter terechtzitting van 20 juni 2012 getoond. Naar het oordeel van het hof is op die beelden te zien dat verdachte met kracht tegen een deur te duwt. Op die beelden is echter niet te zien dat medeverdachte [medeverdachte] ook tegen die deur duwt of op een andere manier geweld tegen die deur pleegt. Hij loopt slechts achter verdachte aan die de deur vóór hem had opengeduwd. Ook anderszins is niet vast komen te staan dat medeverdachte [medeverdachte] een significante en wezenlijke bijdrage aan het geweld tegen de deur heeft geleverd.
Derhalve kan niet worden bewezen dat verdachte in vereniging geweld heeft gepleegd, zoals als enig feit is tenlastegelegd, en zal verdachte worden vrijgesproken.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 2.999. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 2.703. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde] in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Aldus gewezen door
mr J.D. den Hartog, voorzitter,
mr R. de Groot en mr J.M.J. Denie, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr W.B. Kok, griffier,
en op 4 juli 2012 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr Denie is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.