ECLI:NL:GHARN:2012:BW9062

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
19 juni 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
21.003853/11
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling wegens diefstallen met geweld en bedwelming van slachtoffers

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 19 juni 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Arnhem. De verdachte is veroordeeld voor een serie van vier diefstallen, waarbij geweld is gebruikt en de slachtoffers zijn bedwelmd door het toedienen van kalmeringsmiddelen in hun dranken. De verdachte heeft zich onder valse voorwendselen toegang verschaft tot de cabine van vrachtwagens, waaruit geld en goederen zijn weggenomen. De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar, maar het hof heeft deze straf verhoogd naar zeven jaar, gezien de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers. De verdediging heeft verzocht om aanvullend bewijs en getuigen te horen, maar het hof heeft deze verzoeken afgewezen, omdat er geen nieuwe feiten zijn gepresenteerd die de eerdere afwijzing rechtvaardigen. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte strafbaar is en dat de bewezenverklaring van de feiten voldoende is onderbouwd met wettige bewijsmiddelen. De verdachte ontkent de feiten, maar het hof heeft geen reden om aan de betrouwbaarheid van de getuigenverklaringen te twijfelen. De strafoplegging is in overeenstemming met de aard en ernst van de feiten, waarbij het hof rekening heeft gehouden met de eerdere veroordelingen van de verdachte in Roemenië voor soortgelijke feiten. De beslissing van het hof is dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven jaren, met aftrek van de tijd die in voorarrest is doorgebracht.

Uitspraak

Sector strafrecht
Parketnummer: 21-003853-11
Uitspraak d.d.: 19 juni 2012
TEGENSPRAAK
Promis
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Arnhem van
11 oktober 2011 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] Roemenië op [geboortedatum] 1981,
thans verblijvende in [P.I.].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 5 juni 2012 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I). Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en haar raadsman,
mr H.G. Koopman, naar voren is gebracht.
Onderzoekswensen
De raadsman van verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep verzocht tot toevoeging aan het dossier van de foto van [X], de zus van verdachte, en van het rechtshulpverzoek betreffende [X], dan wel -indien er (nog) geen rechtshulpverzoek is uitgegaan- dat dit rechtshulpverzoek alsnog wordt uitgevoerd. Voorts is verzocht om getuigen [aangever 1], [aangever 2], [aangever 3], [aangever 4] en [X] te horen en fotoconfrontaties te laten plaatsvinden.
Bij de beoordeling van de vraag of deze onderzoekswensen dienen te worden toegewezen, is het noodzaakcriterium uitgangspunt voor het hof.
Het hof acht het niet noodzakelijk om het rechtshulpverzoek met betrekking tot [X] en de foto van [X] aan het dossier toe te voegen, dan wel alsnog uitvoering te geven aan dit rechtshulpverzoek, en wijst het verzoek daartoe af. De verdediging kan geen geboortedatum en gegevens omtrent de verblijfplaats van [X] verstrekken. Op geen enkele manier is aannemelijk geworden dat [X] ooit in Nederland heeft verbleven. Daar komt bij dat er geen begin van aannemelijkheid is dat [X] bij de tenlastegelegde feiten betrokken is geweest, anders dan de verklaring van verdachte zelf.
Ook het verzoek tot het horen van de hiervoor genoemde getuigen en het laten plaatsvinden van fotoconfrontaties wordt afgewezen, nu het hof in het tussenarrest van 20 april 2012 dit verzoek reeds heeft afgewezen en geen nieuwe feiten en omstandigheden naar voren zijn gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep voorzover aan het oordeel van het hof onderworpen vernietigen omdat het tot een andere strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is - voor zover in hoger beroep aan de orde - tenlastegelegd dat:
Feit 7
zij op of omstreeks 30 september 2010 in de gemeente Barneveld, althans in Nederland, op de openbare weg (parkeerplaats Palmpol) met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening (uit een vrachtauto) heeft weggenomen een hoeveelheid geld en/of een laptop en/of een mobiele telefoon, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [aangever 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het die [aangever 1] drogeren door het toedienen van een hoeveelheid kalmeringsmiddelen en/of slaapmiddelen (verwerkt in een drankje);
Feit 10
zij op of omstreeks 10 januari 2011 in de gemeente Barneveld, althans in Nederland, op de openbare weg (parkeerplaats Tolnegen), met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening (uit een vrachtauto) heeft weggenomen een bankpas en/of een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [aangever 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het die [aangever 2] drogeren door het toedienen van een hoeveelheid kalmeringsmiddelen en/of slaapmiddelen (verwerkt in een drankje);
Feit 11
zij op of omstreeks 11 januari 2011 in de gemeente Barneveld, althans in Nederland, op de openbare weg (parkeerplaats Palmpol), met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening (uit een vrachtauto) heeft weggenomen een laptop en/of een mobiele telefoon en/of een hoeveelheid geld en/of een bankpas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [aangever 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het die [aangever 3] drogeren door het toedienen van een hoeveelheid kalmeringsmiddelen en/of slaapmiddelen (verwerkt in een drankje);
Feit 13
zij op of omstreeks 19 februari 2011 in de gemeente Barneveld, althans in Nederland, op de openbare weg (parkeerplaats Palmpol), met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening (uit een vrachtauto) heeft weggenomen een laptop en/of een of meerdere GSM toestel(len) (Nokia) en/of een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [aangever 4], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het die [aangever 4] drogeren door het toedienen van een hoeveelheid kalmeringsmiddelen en/of slaapmiddelen (verwerkt in een drankje).
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overweging met betrekking tot het bewijs
Verdachte ontkent de feiten te hebben gepleegd. De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten en heeft daarbij – samengevat – het volgende aangevoerd:
a) er heeft geen meervoudige fotoconfrontatie plaatsgevonden met [aangever 1] (feit 7) en [aangever 4] (feit 13);
b) [aangever 3] (feit 11) heeft bij de fotoconfrontatie verdachte niet aangewezen als degene die het feit heeft gepleegd;
c) de verklaring van [aangever 2] (feit 10) is ongeloofwaardig;
d) verdachte heeft ten aanzien van de feiten 17, 10 en 13 een alternatieve verklaring voor haar aanwezigheid op de plaats delict gegeven en wijst haar zus [X] aan als dader;
e) bij geen van de feiten is middels deskundigenrapporten vastgesteld dat sprake is geweest van bedwelming van de chauffeurs.
Het hof is van oordeel dat de door en namens verdachte gevoerde verweren strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde worden weersproken door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Het hof verwerpt de gevoerde verweren en overweegt daarbij in het bijzonder het volgende.
Ad a)
Dat er geen meervoudige fotoconfrontatie heeft plaatsgevonden, doet niets af aan de bewijskracht van de overige bewijsmiddelen. Daar komt bij dat gelet op het feit dat het door [aangever 1] en [aangever 4] opgegeven signalement slechts summier is, zij bedwelmd zijn geweest en zich niets meer kunnen herinneren van wat er gebeurd is, een fotoconfrontatie waarschijnlijk niet veel meerwaarde zou hebben gehad.
Ad b)
Ten aanzien van het verweer van de verdediging dat [aangever 3] verdachte niet heeft herkend tijdens een fotoconfrontatie en dat verdachte derhalve dient te worden vrijgesproken, overweegt het hof dat een negatieve fotoconfrontatie niets afdoet aan de bewijskracht van de overige bewijsmiddelen, nu hiervoor diverse verklaringen kunnen bestaan. Zo is [aangever 3] bedwelmd geweest, hetgeen mogelijk van invloed is geweest op zijn geheugen.
Ad c)
Het hof heeft geen reden om te twijfelen aan de verklaring van [aangever 2], temeer nu deze zeer veel overeenkomsten vertoont met de door [aangever 1] (feit 7), [aangever 3] (feit 10) en [aangever 4] (feit 13) afgelegde verklaringen. Het hof verwerpt het standpunt dat [aangever 2] verdachte heeft gevraagd geld voor hem te pinnen, nu niet is gebleken en volstrekt onaannemelijk is dat [aangever 2], die gelet op zijn beroep vaak in het buitenland komt, niet in staat zou zijn om zelf geldbedragen te pinnen.
Ad d)
Ten aanzien van de alternatieve lezing van verdachte en haar verklaring dat haar zus de feiten heeft gepleegd, overweegt het hof met de rechtbank dat zij deze verklaring niet aannemelijk acht. Verdachte heeft wisselende verklaringen afgelegd en past haar verklaringen aan, zowel bij de politie als ter terechtzitting, naar gelang het bewijsmateriaal dat haar op dat moment bekend was. Bij zowel feit 7, 10 als 13 is vastgesteld dat verdachte aanwezig was op of in de directe omgeving van de plaats delict.
Ten aanzien van feit 10 komt verdachte echter pas met een verklaring hiervoor nadat zij is geconfronteerd met foto’s van pintransacties die zij heeft gedaan met de pinpas van [aangever 2] en ten aanzien van de feiten 7 en 13 komt verdachte pas ter terechtzitting van de rechtbank - na geconfronteerd te zijn met het ter plaatse aangetroffen, met haar matchende, DNA-materiaal - met een verklaring voor haar aanwezigheid aldaar.
Het verweer van de verdediging dat verdachte hierover niet heeft verklaard, omdat zij door de politie ook niet specifiek over de feiten 7 en 13 gehoord zou zijn, wordt door het hof eveneens verworpen. De politie heeft verdachte meerdere malen voorgehouden dat ze verdacht werd van meerdere berovingen en op vragen van de politie of ze vaker contact had gehad met vrachtwagenchauffeurs op de betreffende parkeerplaatsen heeft verdachte telkens een ontkennend antwoord gegeven. Dat het woord ‘contact’ door verdachte geïnterpreteerd zou zijn als ‘seksueel contact’ kan niet uit de betreffende verhoren worden opgemaakt. Het hof concludeert dan ook dat verdachte deze nuance om geen andere reden heeft aangebracht dan om onder haar eigen verklaring uit te komen.
Ad e)
[aangever 4] (feit 13) heeft verklaard dat hij de volgende ochtend wakker werd met hoofdpijn en opgeblazen ogen. In het bloed en de urine van [aangever 4] zijn benzodiazepinen (diazepam, desmethyldiazepam, temazepam en oxazepam) aangetoond. In de woning van verdachte zijn tijdens een doorzoeking onder meer twee lege doosjes diazepam aangetroffen.
De modus operandi van de feiten 7, 10 en 11 komt overeen met die van feit 13. [aangever 1] heeft verklaard dat hij de volgende ochtend wakker werd met behoorlijke hoofdpijn. Hij voelde zich duizelig, was aan het trillen en viel bijna neer. [aangever 2] heeft verklaard dat hij twee dagen later wakker werd en zich niet goed voelde. Hij voelde zich erg slap en had pijn aan zijn benen. Hij kan zich niets herinneren van wat er is gebeurd in de dagen daarvoor. [aangever 3] heeft verklaard dat hij de volgende ochtend wakker werd met pijn in zijn hoofd en duizeligheid.
Op grond van het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, is het hof van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte de aangevers heeft gedrogeerd door het toedienen van een hoeveelheid kalmerings-/slaapmiddelen.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging verkregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het onder 7, 10, 11 en 13 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
Feit 7
zij op 30 september 2010 in de gemeente Barneveld, op de openbare weg (parkeerplaats Palmpol) met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een vrachtauto heeft weggenomen een hoeveelheid geld en een laptop en een mobiele telefoon, toebehorende aan [aangever 1],
welke diefstal werd voorafgegaan van geweld tegen die [aangever 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken
welk geweld bestond uit het die [aangever 1] drogeren door het toedienen van een hoeveelheid kalmeringsmiddelen en/of slaapmiddelen (verwerkt in een drankje);
Feit 10
zij op 10 januari 2011 in de gemeente Barneveld, op de openbare weg (parkeerplaats Tolnegen), met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een vrachtauto heeft weggenomen een bankpas en een hoeveelheid geld, toebehorende aan [aangever 2],
welke diefstal werd voorafgegaan van geweld tegen die [aangever 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken
welk geweld bestond uit het die [aangever 2] drogeren door het toedienen van een hoeveelheid kalmeringsmiddelen en/of slaapmiddelen (verwerkt in een drankje);
Feit 11
zij op 11 januari 2011 in de gemeente Barneveld, op de openbare weg (parkeerplaats Palmpol), met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een vrachtauto heeft weggenomen een laptop en een mobiele telefoon en een hoeveelheid geld en een bankpas, toebehorende aan [aangever 3],
welke diefstal werd voorafgegaan van geweld tegen die [aangever 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken
welk geweld bestond uit het die [aangever 3] drogeren door het toedienen van een hoeveelheid kalmeringsmiddelen en/of slaapmiddelen (verwerkt in een drankje);
Feit 13
zij op 19 februari 2011 in de gemeente Barneveld, op de openbare weg (parkeerplaats Palmpol), met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening(uit een vrachtauto heeft weggenomen een laptop en meerdere GSM toestellen (Nokia) en een hoeveelheid geld, toebehorende aan [aangever 4],
welke diefstal werd voorafgegaan van geweld tegen die [aangever 4], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken
welk geweld bestond uit het die [aangever 4] drogeren door het toedienen van een hoeveelheid kalmeringsmiddelen en/of slaapmiddelen (verwerkt in een drankje).
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 7, 10, 11 en 13 bewezen verklaarde levert op:
Telkens:
Diefstal, voorafgegaan van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Het hof heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen -en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van de hierna aan te geven duur leiden- de navolgende omstandigheden.
De rechtbank heeft verdachte overeenkomstig de eis van de officier van justitie veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren.
De advocaat-generaal heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot eenzelfde straf.
Het hof zal verdachte echter tot een hogere straf veroordelen gelet op het hierna volgende.
Verdachte heeft op een zeer listige wijze vier vrachtwagenchauffeurs overvallen. Verdachte heeft zich onder valse voorwendselen toegang verschaft tot de cabine van de vrachtwagens, de slachtoffers bedwelmd door kalmerings-/slaapmiddelen in hun dranken te doen en heeft vervolgens geld en goederen uit de cabine van de vrachtwagens weggenomen. Deze feiten zijn ernstig en veroorzaken grote onrust in zowel de samenleving als bij de slachtoffers.
Vrachtwagenchauffeurs brengen een groot deel van hun tijd door in hun vrachtwagen. Het is in feite hun tweede huis, waar zij zich veilig moeten kunnen voelen. Het listige en doortrapte handelen van verdachte is dan ook een grove schending van de privacy en het gevoel van veiligheid van de slachtoffers. Ook straalt dit soort feiten af op het gevoel van veiligheid van de overige chauffeurs die op de betreffende parkeerplaatsen de nacht moeten doorbrengen. Bovendien zijn de chauffeurs voor hun levensonderhoud afhankelijk van hun rijvaardigheid. Door de chauffeurs te drogeren heeft verdachte niet alleen het leven van de chauffeurs in gevaar gebracht maar ook dat van de verkeersdeelnemers op de weg in het algemeen, omdat de gedrogeerde chauffeurs weer aan het verkeer kunnen deelnemen als zij zich niet bewust zijn van de toestand waarin zij verkeren. Hiertegen moet dan ook streng worden opgetreden.
Uit een brief van het Roemeense Ministerie van Binnenlandse Zaken, Algemene Inspectie van de Roemeense Politie, aan het Ministerie van Justitie (Directoraat internationaal recht en gerechtelijke Samenwerking) van 10 mei 2011, blijkt dat verdachte in Roemenië reeds eerder is veroordeeld ter zake van soortgelijke feiten en daarvoor twee maal een langdurige gevangenisstraf opgelegd heeft gekregen. In Nederland is verdachte niet eerder veroordeeld.
De raadsman van verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep een beroep gedaan op de richtlijnen van het LOVS en daarbij de regels van meerdaadse samenloop betrokken. De raadsman heeft daarbij echter miskend dat de regels van meerdaadse samenloop enkel betrekking hebben op het strafmaximum dat voor bepaalde strafbare feiten kan worden opgelegd. Deze regels hebben niets te maken met de oriëntatiepunten die voor bepaalde strafbare feiten zijn vastgesteld.
Voor wat betreft de oriëntatiepunten van het LOVS heeft de raadsman de onderhavige zaak vergeleken met een straatroof met licht geweld en een overval op een vrachtwagen, waarbij het hof opmerkt dat dit laatste betrekking heeft op diefstal van ladingen van vrachtwagens. Het hof is van oordeel dat de door de raadsman gemaakte vergelijking niet op gaat. Als de onderhavige zaak al vergeleken zou moeten worden met andere strafbare feiten dan zou een gewelddadige overval op een woning het meest in de buurt komen, waarvoor in de regel een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren wordt opgelegd. In de onderhavige zaak gaat het om een viertal overvallen, waarbij bovendien sprake is van strafverzwarende omstandigheden, nu de vrachtwagenchauffeurs voor lange tijd zijn bedwelmd, met alle hiervoor beschreven risico’s en gevolgen van dien.
Alles afwegende is het hof van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van zeven jaren, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, passend en geboden is.
Beslag
Het onder 7, 10, 11 en 13 tenlastegelegde en bewezenverklaarde is begaan met betrekking tot de hierna te noemen inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen. Zij behoren de veroordeelde toe. Zij zullen daarom worden verbeurd verklaard.
Het hof heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 24, 33, 33a, 57, 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Wijst af de verzoeken van de raadsman.
Vernietigt het vonnis voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en doet in zoverre opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 7, 10, 11 en 13 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 7, 10, 11 en 13 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 (zeven) jaren.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurd de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- verpakkingsdoosjes van het medicijn Diazepam.
Gelast de teruggave aan [aangever 4]van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
- een laptop, merk Asus K50c.
Gelast de teruggave aan verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- medicijnen Metronidazol en Ceclodyne.
Gelast de teruggave aan [rechthebbende] van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
- een mobiele telefoon, merk Samsung gt-S3650.
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
- een laptop, merk Acer Aspire.
Aldus gewezen door
mr H. Abbink, voorzitter,
mr A.G. Coumans en mr R. de Groot raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr N.D. Mavus-ten Elshof, griffier,
en op 19 juni 2012 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr H. Abbink is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.