ECLI:NL:GHARN:2012:BW7512
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- W. Breemhaar
- M.M.A. Wind
- B.J.H. Hofstee
- Rechtspraak.nl
Huwelijksvermogensrecht en de afwikkeling van huwelijkse voorwaarden in het kader van een echtscheiding
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 5 juni 2012, gaat het om de afwikkeling van huwelijkse voorwaarden in het kader van een echtscheiding. De appellante, vertegenwoordigd door mr. M.T. Halman, heeft hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad, waarin haar vorderingen werden afgewezen. De kern van het geschil betreft de vraag of partijen op 22 maart 2005 een deling van de vermogensvermeerdering zijn overeengekomen, zoals de geïntimeerde stelt, of dat dit niet het geval is, zoals de appellante betwist. De appellante voert aan dat de rechtbank ten onrechte 1 januari 2005 als peildatum heeft vastgesteld, omdat deze datum niet overeenkomt met de feitelijke verbreking van de samenleving. De appellante stelt dat de deling van het vermogen pas op 8 juni 2006, de datum van de ontbinding van het huwelijk, dient plaats te vinden.
Het hof overweegt dat uit de stukken blijkt dat partijen op 22 maart 2005 een intentieovereenkomst hebben gesloten, waarin zij voornemens waren de maatschap te ontbinden en dat er een vermogensopstelling per 1 januari 2005 is gemaakt. Het hof concludeert dat er voldoende aanwijzingen zijn dat partijen de vermogensrechtelijke afwikkeling conform de huwelijkse voorwaarden hebben vastgelegd. De appellante wordt toegelaten tot het leveren van tegenbewijs tegen het voorshands bewezen geachte feit dat partijen in de bedoelde bescheiden met het oog op de echtscheiding de vermogensrechtelijke afwikkeling hebben vastgelegd. Het hof verwijst de zaak naar de rolzitting voor het opgeven van verhinderdata voor het getuigenverhoor.
De uitspraak van het hof laat de mogelijkheid open voor de appellante om tegenbewijs te leveren, en houdt verdere beslissingen aan. De zaak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het inzicht biedt in de afwikkeling van huwelijkse voorwaarden en de rol van intentieovereenkomsten in echtscheidingsprocedures.